par KBC (EBR:KBC)
KBC Groep: Resultaat vierde kwartaal van 1 116 miljoen euro
Persbericht
Buiten beurstijd - Gereglementeerde informatie*
Brussel, 13 februari 2025 (07u00 CET)
KBC Groep: Resultaat vierde kwartaal van 1 116 miljoen euro
KBC Groep – overzicht (geconsolideerd, IFRS) 4KW2024 3KW2024 4KW2023 FY2024 FY2023
Nettoresultaat (in miljoenen euro) | 1 116 | 868 | 677 | 3 415 | 3 402 |
Gewone winst per aandeel (in euro) | 2,75 | 2,14 | 1,59 | 8,33 | 8,04 |
Nettoresultaat per divisie (in miljoenen euro) | |||||
België | 487 | 598 | 474 | 1 846 | 1 866 |
Tsjechië | 238 | 179 | 102 | 858 | 763 |
Internationale Markten | 175 | 205 | 178 | 751 | 676 |
Groepscenter | 215 | -114 | -77 | -40 | 97 |
Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel (in euro, per einde periode) | 56,6 | 54,1 | 53,9 | 56,6 | 53,9 |
" In het laatste kwartaal van 2024 boekten we een nettowinst van 1 116 miljoen euro. Vergeleken met het resultaat van het vorige kwartaal profiteerden onze totale opbrengsten van verschillende factoren, waaronder hogere nettorente-inkomsten, gestegen verzekeringsinkomsten en fors hogere nettoprovisie-inkomsten dankzij uitstekende bedrijfsresultaten. Dit illustreert duidelijk hoe ons geïntegreerde klantenaanbod sterk bijdraagt aan de groei en diversificatie van onze inkomsten. Deze posten werden gedeeltelijk gecompenseerd door een daling van het trading- en reëlewaarderesultaat en lagere overige netto-inkomsten.
Onze kredietportefeuille bleef groeien en steeg met 2% op kwartaalbasis en 5% op jaarbasis. Als we de volatiele kortetermijndeposito's met lage marges bij de buitenlandse vestigingen van KBC Bank buiten beschouwing laten, stegen de klantendeposito's met 2% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 7% op jaarbasis. Dit laatste cijfer profiteerde van de succesvolle terugkeer van klantengelden na de vervaldag van de Belgische staatsbon in het vorige kwartaal.
De operationele kosten stegen in het verslagkwartaal, maar bleven perfect binnen onze doelstelling voor heel 2024. De lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten waren lager, omdat het vorige kwartaal werd beïnvloed door stormen en overstromingen in Centraal-Europa (met name storm Boris). De geboekte waardeverminderingen op kredieten, exclusief de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden, waren lager dan in het vorige kwartaal, wat leidde tot een kredietkostenratio van 16 basispunten voor heel 2024, ruim onder ons richtcijfer. Als we de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden meetellen, bedroeg de kredietkostenratio 10 basispunten voor heel 2024. We boekten ook een eenmalig belastingvoordeel van 318 miljoen euro in het beschouwde kwartaal, als gevolg van de aanstaande liquidatie van Exicon (de resterende activiteiten van KBC Bank Ireland).
Als we de resultaten van de vier kwartalen van het jaar bij elkaar optellen, komt onze nettowinst uit op 3 415 miljoen euro, een lichte stijging ten opzichte van vorig jaar.
Op het vlak van duurzaamheid zijn we trots dat we voor het derde opeenvolgende jaar zijn opgenomen in de CDP Climate A-lijst. Deze erkenning benadrukt de voortrekkersrol die KBC speelt op het gebied van klimaatgerelateerde informatieverstrekking en acties.
Onze solvabiliteitspositie bleef sterk, met een fully loaded common equity ratio van 15,0% eind december 2024. Onze liquiditeitspositie bleef ook erg sterk, zoals blijkt uit een LCR van 158% en een NSFR van 139%. Onze Raad van Bestuur heeft besloten om een totaal brutodividend van 4,85 euro per aandeel voor te stellen aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voor het boekjaar 2024. Dat bedrag omvat 0,70 euro per aandeel die al betaald is in mei 2024, als weerspiegeling van het surpluskapitaal boven de drempel van 15% fully loaded CET1-kapitaal op het einde van 2023, en 4,15 euro per aandeel, bestaande uit een interim-dividend van 1 euro per aandeel dat al betaald is in november 2024 en de resterende 3,15 euro per aandeel die betaald zal worden in mei 2025. Als we het voorgestelde dividend van 4,15 euro per aandeel en de additional tier 1-coupon meerekenen, zou de uitkeringsratio ongeveer 51% van de nettowinst van 2024 bedragen.
Ook hebben we onze verwachtingen voor de korte termijn bijgewerkt. Voor 2025 streven we naar een jaarlijkse groeivoet van ten minste 5,5% voor de totale opbrengsten en een jaarlijkse groeivoet van minder dan 2,5% voor de exploitatiekosten exclusief bank- en verzekeringsheffingen. Daarnaast willen we ook een gecombineerde ratio voor niet-levensverzekeringen van maximaal 91% behalen.
Tot slot wil ik al onze klanten, medewerkers, aandeelhouders en andere stakeholders oprecht bedanken voor hun vertrouwen en steun, en hen verzekeren dat we ons blijven inzetten om de referentie te zijn in bankverzekeren, innovatie en digitalisering in al onze thuismarkten."
Johan Thijs
Chief Executive Officer
Financiële hoofdlijnen van het vierde kwartaal van 2024
4 De nettorente-inkomsten stegen met 3% op kwartaalbasis en met 5% op jaarbasis. De nettorentemarge voor het vierde kwartaal van 2024 bedroeg 2,08%, stabiel ten opzichte van het vorige kwartaal en een stijging met 9 basispunten ten opzichte van het vierde kwartaal van vorig jaar. Het volume van klantenkredieten steeg met 2% kwartaal-op-kwartaal en met 5% jaar-op-jaar. Als we de volatiele kortetermijndeposito's met lage marges bij de buitenlandse vestigingen van KBC Bank buiten beschouwing laten, stegen de klantendeposito's met 2% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 7% op jaarbasis. Dit laatste cijfer profiteerde van de geldinstroom van kernklanten in het derde kwartaal na de vervaldag van de Belgische staatsbon.
4 Het verzekeringstechnisch resultaat (verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering) bedroeg 125 miljoen euro (tegenover 81 miljoen euro in het vorige kwartaal en 100 miljoen euro in hetzelfde kwartaal vorig jaar) en bestaat uit 76 miljoen euro voor schadeverzekeringen en 49 miljoen euro voor levensverzekeringen. Ons schadeverzekeringsresultaat herstelde sterk ten opzichte van het vorige kwartaal, dat werd beïnvloed door de storm Boris in Centraal-Europa. De gecombineerde ratio voor schadeverzekeringen voor het boekjaar 2024 bedroeg 90% (88% wanneer we de netto-impact van - 33 miljoen euro van storm Boris buiten beschouwing laten), tegenover 87% voor het boekjaar 2023. De verkoop van schadeverzekeringen steeg met 8% jaar-op-jaar. De verkoop van levensverzekeringen daalde met 8% ten opzichte van het heel hoge niveau van het vorige kwartaal en steeg met 7% ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar.
4 De nettoprovisie-inkomsten stegen met respectievelijk 9% en 17% ten opzichte van het vorige kwartaal en hetzelfde kwartaal een jaar geleden. In beide gevallen was de stijging te danken aan de hogere vergoedingen voor onze vermogensbeheeractiviteiten en bankdiensten. Het beheerde vermogen steeg met 2% kwartaal-op-kwartaal en met 13% jaar-op-jaar.
4 Het trading- en reëlewaarderesultaat en de verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten daalden met 31 miljoen euro ten opzichte van het vorige kwartaal en met 34 miljoen euro ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar. De overige netto-inkomsten waren lager dan normaal, voornamelijk door een negatieve eenmalige post van 28 miljoen euro in verband met een rechtszaak in Hongarije.
4 De exploitatiekosten zonder de bank- en verzekeringsheffingen stegen met 6% tegenover het vorige kwartaal en met 3% ten opzichte van een jaar geleden. De kosten-inkomstenratio voor het volledige jaar 2024 kwam uit op 47%, tegenover 49% voor heel 2023. Bij die berekening zijn bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing gelaten. Als we alle bank- en verzekeringsheffingen buiten beschouwing laten, bedroeg de kosten-inkomstenratio 43% voor het volledige jaar 2024, evenveel als voor heel 2023. De exploitatiekosten voor heel 2024, exclusief bank- en verzekeringsheffingen maar inclusief betaalde verzekeringsprovisies, stegen met 1,6% tegenover 2023, in overeenstemming met onze verwachting van een stijging van minder dan 1,7% op jaarbasis.
4 De waardeverminderingen op kredieten bedroegen 50 miljoen euro, tegenover 61 miljoen euro in het vorige kwartaal en een terugname van 5 miljoen euro in hetzelfde kwartaal een jaar geleden. De kredietkostenratio voor het volledige jaar 2024 bedroeg 0,10%, tegenover 0,00% voor heel 2023. De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten bedroegen 28 miljoen euro in het verslagkwartaal, tegenover 7 miljoen euro in het vorige kwartaal en 175 miljoen euro in het vierde kwartaal van 2023 (met inbegrip van een waardevermindering van 109 miljoen euro op goodwill in Tsjechië).
4 De winstbelastingen werden in het verslagkwartaal positief beïnvloed door een eenmalig belastingvoordeel van 318 miljoen euro, als gevolg van de aanstaande liquidatie van Exicon (de resterende activiteiten van KBC Bank Ireland).
4 Onze liquiditeitspositie bleef sterk met een LCR van 158% en NSFR van 139%. Onze kapitaalbasis bleef sterk, met een fully loaded common equity ratio van 15,0% (rekening houdend met het effect van de voorgestelde dividenduitkering).
Overzicht van resultaten en balans
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening, IFRS, KBC Groep (vereenvoudigd; in miljoenen euro) 4KW2024 3KW2024 2KW2024 1KW2024 4KW2023 FY2024 FY2023
Nettorente-inkomsten | 1 433 | 1 394 | 1 379 | 1 369 | 1 360 | 5 574 | 5 473 | |||
Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering | 764 | 740 | 726 | 714 | 683 | 2 945 | 2 679 | |||
Niet-leven | 640 | 631 | 613 | 598 | 584 | 2 482 | 2 280 | |||
Leven | 124 | 109 | 114 | 116 | 99 | 463 | 399 | |||
Dividendinkomsten | 13 | 11 | 26 | 7 | 12 | 57 | 59 | |||
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten1 | -74 | -42 | 3 | -55 | -40 | -168 | 9 | |||
Nettoprovisie-inkomsten | 700 | 641 | 623 | 614 | 600 | 2 578 | 2 349 | |||
Overige netto-inkomsten | 27 | 45 | 51 | 58 | 60 | 181 | 656 | |||
Totale opbrengsten | 2 863 | 2 787 | 2 809 | 2 708 | 2 674 | 11 167 | 11 224 | |||
Exploitatiekosten (exclusief rechtstreeks toerekenbaar aan verzekeringscontracten) | -1 126 | -1 058 | -950 | -1 431 | -1 085 | -4 565 | -4 616 | |||
Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen | -1 201 | -1 135 | -1 074 | -1 063 | -1 169 | -4 474 | -4 438 | |||
Totale bank- en verzekeringsheffingen | -55 | -47 | -2 | -518 | -36 | -623 | -687 | |||
Min: exploitatiekosten toegerekend aan lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten | 131 | 124 | 126 | 150 | 120 | 532 | 509 | |||
Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering | -635 | -688 | -590 | -563 | -567 | -2 475 | -2 120 | |||
Waarvan betaalde verzekeringsprovisies | -103 | -99 | -92 | -89 | -94 | -383 | -340 | |||
Niet-leven | -561 | -615 | -514 | -489 | -509 | -2 179 | -1 870 | |||
Leven | -74 | -72 | -76 | -73 | -58 | -296 | -251 | |||
Nettoresultaat afgestane herverzekering | -4 | 28 | -24 | -18 | -16 | -17 | -90 | |||
Bijzondere waardeverminderingen | -78 | -69 | -85 | -16 | -170 | -248 | -215 | |||
waarvan: op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via other comprehensive income2 | -50 | -61 | -72 | -16 | 5 | -199 | 16 | |||
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint-ventures | -1 | 78 | 2 | 0 | 0 | 80 | -4 | |||
Resultaat vóór belastingen | 1 020 | 1 079 | 1 162 | 680 | 836 | 3 941 | 4 179 | |||
Belastingen | 96 | -211 | -237 | -175 | -159 | -527 | -778 | |||
Resultaat na belastingen | 1 115 | 868 | 925 | 506 | 677 | 3 414 | 3 401 | |||
toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -1 | -1 | |||
toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 1 116 | 868 | 925 | 506 | 677 | 3 415 | 3 402 | |||
Gewone winst per aandeel (in euro) | 2,75 | 2,14 | 2,25 | 1,18 | 1,59 | 8,33 | 8,04 | |||
Verwaterde winst per aandeel (in euro) | 2,75 | 2,14 | 2,25 | 1,18 | 1,59 | 8,33 | 8,04 |
Kerncijfers geconsolideerde balans, IFRS, KBC Groep (in miljoenen euro) 31-12-2024 30-09-2024 30-06-2024 31-03-2024 31-12-2023
Balanstotaal | 373 048 | 353 261 | 361 945 | 359 477 | 346 921 |
Leningen en voorschotten aan klanten | 192 067 | 188 623 | 187 502 | 183 722 | 183 613 |
Effecten (eigen vermogen- en schuldinstrumenten) | 80 339 | 75 929 | 73 941 | 73 561 | 73 696 |
Deposito’s van klanten | 228 747 | 221 851 | 221 844 | 216 314 | 216 501 |
Verplichtingen uit verzekeringscontracten | 17 111 | 17 012 | 16 521 | 16 602 | 16 784 |
Schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen | 15 671 | 15 193 | 14 780 | 14 319 | 13 461 |
Totaal eigen vermogen | 24 311 | 23 300 | 22 936 | 23 917 | 24 260 |
Selectie van ratio’s, KBC Groep (geconsolideerd) FY2024 FY2023
Rendement op eigen vermogen3 | 15% | 16% |
Kosten-inkomstenratio, groep - excl. bepaalde niet-operationele posten - excl. volledige bank- en verzekeringsheffingen | 47% 43% | 49% 43% |
Gecombineerde ratio, niet-levensverzekeringen | 90% | 87% |
Common equity ratio (CET1), Basel III, Danish Compromise - fully loaded - transitioneel | 15,0% 13,9% | 15,2% 13,8% |
Kredietkostenratio4 | 0,10% | 0,00% |
Ratio impaired kredieten | 2,0% | 2,1% |
waarvan impaired kredieten > 90 dagen achterstallig | 1,0% | 1,0% |
Net stable funding ratio (NSFR) | 139% | 136% |
Liquidity coverage ratio (LCR) | 158% | 159% |
1 Ter vereenvoudiging hebben we vanaf 2024 'Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening' (ook wel 'Trading- en reëlewaarderesultaat' genoemd) en 'Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten' samengevoegd in één lijn van de winst-en-verliesrekening. De cijfers voor voorgaande perioden zijn met terugwerkende kracht aangepast.
2 Ook Waardeverminderingen op kredieten genoemd.
3 14% voor het boekjaar 2024 en 15% voor het boekjaar 2023 als niet-operationele posten buiten beschouwing worden gelaten.
4 Een negatief cijfer duidt op een nettoterugname van de voorziening voor waardeverminderingen (met een positieve invloed op de resultaten).
Analyse van het vierde kwartaal van 2024
Totale opbrengsten: 2 863 miljoen euro
+ 3% kwartaal-op-kwartaal en + 7% jaar-op-jaar
De nettorente-inkomsten bedroegen 1 433 miljoen euro in het vierde kwartaal van 2024, 3% meer dan in het vorige kwartaal, en 5% meer dan een jaar geleden. De stijging van 3% op kwartaalbasis was te danken aan het hogere resultaat uit commerciële transformatie (voornamelijk dankzij de verder stijgende herbeleggingsrentes), hogere rente-inkomsten uit kredietverlening (de positieve impact van de groei van het kredietvolume werd slechts gedeeltelijk tenietgedaan door de negatieve impact van de druk op de kredietmarges in sommige kernmarkten), een positieve correctie van 9 miljoen euro als gevolg van een wijziging in de boekhoudkundige benadering van hypotheekmakelaarslonen in Bulgarije (de impact voor boekjaar 2024 werd volledig in het vierde kwartaal geboekt), hogere rente-inkomsten uit kortlopende cashmanagementactiviteiten en lagere kosten verbonden aan de minimaal vereiste reserves aangehouden bij centrale banken (als gevolg van de beleidsrenteverlagingen door de centrale banken). Deze posten werden gedeeltelijk gecompenseerd door lagere rente-inkomsten uit termijndeposito's van klanten (voornamelijk door het succes van de campagnes in het derde kwartaal van 2024 om geld van klanten te recupereren na de vervaldatum van de Belgische staatsbon die in september 2023 werd uitgegeven).
De stijging met 5% jaar-op-jaar was voornamelijk toe te schrijven aan een stijging van het resultaat uit commerciële transformatie, de lagere financieringskosten van deelnemingen, lagere kosten verbonden aan de minimaal vereiste reserves aangehouden bij centrale banken en iets hogere inkomsten uit kredietverlening. Deze posten werden deels gecompenseerd door lagere rente-inkomsten uit termijndeposito's van klanten, de lagere rente-inkomsten in Ierland (na de verkoop van de krediet- en depositoportefeuilles en het daaropvolgende vereffeningsproces), lagere rente-inkomsten uit de dealingroom, lagere rente-inkomsten uit inflatiegerelateerde obligaties en een negatief wisselkoerseffect (depreciatie van de Tsjechische kroon en de Hongaarse forint).
De nettorentemarge voor het vierde kwartaal van 2024 bedroeg 2,08%, stabiel ten opzichte van het vorige kwartaal, maar 9 basispunten hoger dan een jaar geleden. Voor een indicatie van de verwachte nettorente-inkomsten in 2025 en de volgende jaren verwijzen we naar het deel 'Onze verwachtingen'.
Het volume van klantenkredieten (192 miljard euro) steeg met 2% tegenover het vorige kwartaal en met 5% ten opzichte van vorig jaar. Op het eerste gezicht stegen de klantendeposito's (229 miljard euro) met 3% op kwartaalbasis en met 6% op jaarbasis. Maar als we de volatiele kortetermijndeposito's met lage marges bij de buitenlandse vestigingen van KBC Bank buiten beschouwing laten (die een gevolg zijn van cashmanagementopportuniteiten op korte termijn), stegen de klantendeposito's met 2% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 7% ten opzichte van een jaar geleden. In België bedroegen deze cijfers respectievelijk 2% en 10%. De stijging ten opzichte van een jaar geleden was te danken aan de succesvolle terugkeer van klantengelden in het derde kwartaal van 2024 na de vervaldag van de Belgische staatsbon die in september 2023 werd uitgegeven. In de bovenstaande groeicijfers zijn de wisselkoerseffecten buiten beschouwing gelaten.
Het verzekeringstechnisch resultaat (verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering; deze laatste twee posten maken geen deel uit van de totale opbrengsten) bedroeg 125 miljoen euro en bestaat uit 76 miljoen euro voor schadeverzekeringen en 49 miljoen euro voor levensverzekeringen. Het resultaat uit hoofde van schadeverzekeringsdiensten steeg met 69% op kwartaalbasis, omdat het vorige kwartaal meer te lijden had gehad van stormen en overstromingen (waaronder de storm Boris in Centraal-Europa, voornamelijk in Tsjechië). Het steeg met 27% jaar-op-jaar, doordat hogere verzekeringsopbrengsten en een hoger herverzekeringsresultaat de stijging van de lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten meer dan compenseerden. Het resultaat uit hoofde van levensverzekeringsdiensten steeg met 38% op kwartaalbasis en met 24% op jaarbasis, in beide gevallen vooral te danken aan hogere verzekeringsopbrengsten die de hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten compenseerden.
De gecombineerde ratio van de schadeverzekeringsactiviteiten bedroeg 90% voor heel 2024 (88% wanneer we de netto-impact van - 33 miljoen euro van storm Boris buiten beschouwing laten), tegenover 87% voor heel 2023. De verkoop van schadeverzekeringen kwam uit op 591 miljoen euro, 8% meer dan een jaar geleden, met groei in alle landen en alle belangrijke takken. De verkoop van levensverzekeringsproducten bedroeg 730 miljoen euro en daalde met 8% ten opzichte van het zeer hoge niveau van het vorige kwartaal (dat had geprofiteerd van de instroom van klantengelden uit de vervallende staatsbon en de succesvolle lancering van gestructureerde emissies in België, hoewel dit deels werd tenietgedaan door het traditioneel hoge volume van fiscaal aangemoedigde pensioenspaarproducten in het vierde kwartaal in België), maar steeg met 7% ten opzichte van een jaar geleden (hogere verkoop van producten met rentegarantie (tak 21) en hybride producten, deels tenietgedaan door een lagere verkoop van tak 23-producten). In totaal bedroeg het aandeel van tak 21- en tak 23-producten in onze verkoop van levensverzekeringen in het afgelopen kwartaal respectievelijk 55% en 36%. De rest bestond uit hybride producten (voornamelijk in België en Tsjechië).
Voor een indicatie van de verwachte verzekeringsinkomsten en de gecombineerde ratio in 2025 en de volgende jaren verwijzen we naar het deel 'Onze verwachtingen'.
De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 700 miljoen euro, een stijging met 9% ten opzichte van het vorige kwartaal en 17% ten opzichte van het vierde kwartaal van vorig jaar. De stijging ten opzichte van het vorige kwartaal was toe te schrijven aan de groei van de provisie-inkomsten uit onze vermogensbeheeractiviteiten met 9% (grotendeels gerelateerd aan de toename van het beheerde vermogen, zie hieronder) en de groei van de vergoedingen uit onze bankactiviteiten met 10% (voornamelijk dankzij de toename van de vergoedingen voor betalingsdiensten en effectengerelateerde vergoedingen).
De jaar-op-jaarstijging van 17% in de nettoprovisie-inkomsten was te danken aan een stijging van 19% in de vergoedingen voor onze vermogensbeheerdiensten en een stijging van 15% in vergoedingen voor bankdiensten, licht tenietgedaan door een negatief wisselkoerseffect. We wijzen erop dat ongeveer 20 miljoen euro aan nettoprovisie-inkomsten in het verslagkwartaal afkomstig was van enkele eindejaarseffecten (gekoppeld aan de resultaten van het Tsjechische pensioenfonds en een positieve correctie voor het boekjaar 2024 in bankdiensten als gevolg van een gewijzigde boekhoudkundige benadering in Hongarije), en daarom niet geëxtrapoleerd mag worden naar de toekomst.
Eind december 2024 bedroeg ons totale beheerde vermogen 276 miljard euro, een stijging van 2% op kwartaalbasis (die bijna volledig samenhangt met de positieve marktprestaties in vergelijking met het vorige kwartaal). Het beheerde vermogen steeg met 13% jaar-op-jaar, waarbij de netto-instroom goed was voor + 3 procentpunten en de positieve marktprestatie voor + 10 procentpunten.
Het trading- en reëlewaarderesultaat en de verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten bedroegen - 74 miljoen euro, een daling van 31 miljoen euro op kwartaalbasis en 34 miljoen euro op jaarbasis. In beide gevallen was de daling toe te schrijven aan een aantal factoren, waaronder negatieve veranderingen in de marktwaarde van derivaten gebruikt voor balansbeheer, deels gecompenseerd door minder negatieve marktwaardeaanpassingen (xVA).
De overige inkomstenposten omvatten dividendinkomsten van 13 miljoen euro en overige netto-inkomsten van 27 miljoen euro, lager dan de normale run rate (50 miljoen euro), voornamelijk door een negatieve eenmalige post van 28 miljoen euro in verband met een rechtszaak in Hongarije.
Exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen: 1 201 miljoen euro
+ 6% kwartaal-op-kwartaal en + 3% jaar-op-jaar
De exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen, bedroegen 1 201 miljoen euro in het vierde kwartaal van 2024, een stijging van 6% ten opzichte van het vorige kwartaal en van 3% ten opzichte van een jaar geleden. De stijging met 6% ten opzichte van het vorige kwartaal was deels te wijten aan seizoensgebonden hogere marketinguitgaven en professionele vergoedingen, hogere ICT-kosten, regulatoire kosten, facilitaire uitgaven en afschrijvingen. De exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen stegen met 3% ten opzichte van een jaar geleden, voornamelijk door hogere personeelskosten (voornamelijk inflatie en loonindexering, deels gecompenseerd door minder vte's), ICT-kosten, regulatoire kosten, afschrijvingen en marketinguitgaven, deels gecompenseerd door lagere kosten met betrekking tot Ierland (als gevolg van de verkooptransactie), lagere facilitaire uitgaven, lagere professionele vergoedingen en een wisselkoerseffect.
De bank- en verzekeringsheffingen bedroegen 55 miljoen euro in het beschouwde kwartaal, tegenover 47 miljoen euro in het vorige kwartaal en 36 miljoen euro in hetzelfde kwartaal vorig jaar. De stijging ten opzichte van het vorige kwartaal was vooral te wijten aan hogere nationale belastingen (voornamelijk in Hongarije).
De exploitatiekosten exclusief bank- en verzekeringsheffingen maar inclusief betaalde verzekeringsprovisies stegen tegenover het vorige boekjaar met 1,6% tot 4,86 miljard euro, in overeenstemming met onze verwachting van een stijging van minder dan 1,7% op jaarbasis.
Als we bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing laten, bedroeg de kosten-inkomstenratio voor het boekjaar 2024 47%, tegenover 49% voor het boekjaar 2023. Als we alle bank- en verzekeringsheffingen buiten beschouwing laten, bedroeg de kosten-inkomstenratio 43%, evenveel als voor heel 2023.
Voor een indicatie van de verwachte exploitatiekosten in 2025 en de volgende jaren verwijzen we naar het deel 'Onze verwachtingen'.
Waardeverminderingen op kredieten: 50 miljoen euro nettowaardevermindering
tegenover een nettowaardevermindering van 61 miljoen euro in het vorige kwartaal en een nettoterugname van 5 miljoen euro in hetzelfde kwartaal vorig jaar
In het verslagkwartaal boekten we een nettowaardevermindering op kredieten van 50 miljoen euro, tegenover een nettowaardevermindering van 61 miljoen euro in het vorige kwartaal en een nettoterugname van 5 miljoen euro in hetzelfde kwartaal een jaar geleden. De nettowaardevermindering in het verslagkwartaal omvatte een waardevermindering van 100 miljoen euro met betrekking tot onze kredietportefeuille (waarvan 18 miljoen euro verband hield met het verlagen van het backstoptekort voor oude non-performing kredieten in België) en een terugboeking van 50 miljoen euro als gevolg van de actualisering van de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden. Bijgevolg bedroeg de uitstaande reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden 117 miljoen euro eind december 2024.
Als gevolg daarvan bedroeg de kredietkostenratio 0,10% voor heel 2024 (0,16% zonder de wijzigingen in de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden), tegenover 0,00% voor heel 2023 (0,07% zonder de wijzigingen in de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden). Eind december 2024 stond 2,0% van onze totale kredietportefeuille te boek als impaired (categorie 3), tegenover 2,1% eind 2023. De impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn, bedroegen 1,0% van de kredietportefeuille, evenveel als eind 2023.
Voor een indicatie van de verwachte kredietkostenratio in 2025 en de volgende jaren verwijzen we naar het deel 'Onze verwachtingen'.
De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten bedroegen 28 miljoen euro, tegenover 7 miljoen euro in het vorige kwartaal en 175 miljoen euro in het vierde kwartaal van 2023. Het verslagkwartaal bevatte voornamelijk waardeverminderingen met betrekking tot software en een waardevermindering van 4 miljoen euro in verband met modificationverliezen door de verlenging van het renteplafondwetgeving op hypotheekleningen in Hongarije.
Nettoresultaat per divisie
België 487 miljoen euro; Tsjechië 238 miljoen euro; Internationale Markten 175 miljoen euro; Groepscenter 215 miljoen euro
België: het nettoresultaat (487 miljoen euro) daalde met 6% ten opzichte van het vorige kwartaal (exclusief de meerwaarde van 79 miljoen euro die in het vorige kwartaal werd opgenomen onder 'Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures'). Dit was voornamelijk te wijten aan het gecombineerde effect van:
• iets hogere totale opbrengsten (voornamelijk door hogere nettoprovisie-inkomsten, verzekeringsinkomsten en nettorenteinkomsten, gedeeltelijk tenietgedaan door een lager trading- en reëlewaarderesultaat);
• hogere kosten (seizoensgebonden hogere marketingkosten en professionele vergoedingen, hogere ICT-uitgaven en regulatoire kosten, deels gecompenseerd door lagere personeelskosten); • hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering;
• hogere nettowaardeverminderingen.
Tsjechië: het nettoresultaat (238 miljoen euro) steeg met 33% ten opzichte van het vorige kwartaal (de wisselkoerseffecten buiten beschouwing gelaten). Dit was voornamelijk toe te schrijven aan een combinatie van:
• hogere totale opbrengsten (vooral dankzij hogere nettorente-inkomsten, nettoprovisie-inkomsten en trading- en reëlewaarderesultaat);
• hogere kosten (voornamelijk door hogere ICT-uitgaven en personeelskosten);
• lagere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering (effect van storm en overstromingen in het vorige kwartaal);
• een nettoterugname van de voorziening voor waardeverminderingen.
Internationale Markten: het nettoresultaat van 175 miljoen euro is als volgt verdeeld: 26 miljoen euro in Slowakije, 65 miljoen euro in Hongarije en 85 miljoen euro in Bulgarije. Voor de hele divisie lag het nettoresultaat 15% lager dan dat van het vorige kwartaal, voornamelijk door een combinatie van:
• iets hogere totale opbrengsten (stijging van de nettoprovisie-inkomsten en nettorente-inkomsten, deels tenietgedaan door een daling van de overige netto-inkomsten, voornamelijk door een negatieve eenmalige post van 28 miljoen euro in verband met een rechtszaak in Hongarije);
• hogere kosten (waaronder hogere bank- en verzekeringsheffingen, vooral in Hongarije (heffing op financiële
transacties));
• iets hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering;
• hogere nettowaardeverminderingen.
Groepscenter: het nettoresultaat (215 miljoen euro) was 329 miljoen euro hoger dan dat van het vorige kwartaal en was voornamelijk toe te schrijven aan een combinatie van:
• minder negatieve totale opbrengsten (voornamelijk door hogere nettorente-inkomsten); • iets lagere kosten;
• lagere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering;
• hogere nettowaardeverminderingen;
• een eenmalig belastingvoordeel van 318 miljoen euro als gevolg van de aanstaande liquidatie van Exicon (de resterende activiteiten van KBC Bank Ireland).
In het deel ‘Additional information’ van het kwartaalverslag vindt u een volledige resultatentabel. Een korte analyse van de resultaten per divisie vindt u in onze analistenpresentatie op www.kbc.com.
België Tsjechië Internationale Markten
Selectie van ratio’s per divisie FY2024 FY2023 FY2024 FY2023 FY2024 FY2023
Kosten-inkomstenratio, groep - excl. niet-operationele elementen - excl. volledige bank- en verzekeringsheffingen Gecombineerde ratio, niet-levensverzekeringen | 44% 41% | 46% 41% | 45% 43% | 47% 44% | 46% 38% | 45% 39% |
88% | 85% | 86% | 84% | 96%2 | 97%2 | |
Kredietkostenratio1 | 0,19% | 0,06% | -0,09% | -0,18% | -0,08% | -0,06% |
Ratio van impaired kredieten | 2,0% | 2,0% | 1,3% | 1,4% | 1,6% | 1,8% |
1 Een negatief cijfer duidt op een nettoterugname van de voorziening voor waardeverminderingen (met een positieve invloed op de resultaten). Zie Glossarium van ratio's en termen in het kwartaalverslag.
2 Exclusief aanvullende verzekeringsbelastingen in Hongarije bedroeg de gecombineerde ratio 93% voor heel 2024 en 94% voor heel 2023.
Solvabiliteit en liquiditeit
Common equity ratio 15,0%, NSFR 139%, LCR 158%
Eind december 2024 bedroeg ons totale eigen vermogen 24,3 miljard euro, waarvan 22,4 miljard euro eigen vermogen van de aandeelhouders was en 1,9 miljard euro additional tier 1-instrumenten. Het totale eigen vermogen bleef vrijwel onveranderd ten opzichte van eind 2023. Dat was te wijten aan het gecombineerde effect van:
• de opname van de winst voor het boekjaar 2024 (+ 3,4 miljard euro);
• de inkoop van eigen aandelen (- 0,8 miljard euro in 2024);
• de betaling van het slotdividend voor 2023 en een buitengewoon interim-dividend (beide in mei 2024), evenals een interimdividend voor 2024 dat in november 2024 werd betaald (samen - 1,9 miljard euro);
• iets lagere herwaarderingsreserves (- 0,2 miljard euro);
• een nettodaling van uitstaande additional tier 1-instrumenten (- 0,4 miljard euro);
• een aantal kleinere posten.
We hebben deze wijzigingen toegelicht in het deel Geconsolideerde jaarrekening van het kwartaalverslag, onder Geconsolideerde vermogensmutaties.
In het vierde kwartaal van 2024 stegen de risicogewogen activa met 3,1 miljard euro kwartaal-op-kwartaal, voornamelijk gedreven door (krediet) volume groei (+2,0 miljard euro) en operationele risicogewogen activa (+0,8 miljard euro).
Onze Raad van Bestuur heeft besloten om een totaal brutodividend van 4,85 euro per aandeel voor te stellen aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voor het boekjaar 2024. Dat bedrag omvat 0,70 euro per aandeel die al betaald is in mei 2024, als weerspiegeling van het surpluskapitaal boven de drempel van 15% van het fully loaded CET1-kapitaal op het einde van 2023, en 4,15 euro per aandeel, bestaande uit een interim-dividend van 1 euro per aandeel dat al betaald is in november 2024 en de resterende 3,15 euro per aandeel die betaald zal worden in mei 2025. Als we het voorgestelde dividend van 4,15 euro per aandeel en de additional tier 1-coupon meerekenen, zou de uitkeringsratio ongeveer 51% van de nettowinst van 2024 bedragen.
Onze solvabiliteitspositie bleef sterk, zoals blijkt uit een fully loaded common equity ratio (CET1) van 15,0% op 31 december 2024, tegenover 15,2% eind 2023. De solvabiliteitsratio van KBC Verzekeringen volgens het Solvency II-kader bedroeg 200% eind december 2024, tegenover 206% eind 2023. Voor meer details en aanvullende informatie over de solvabiliteit, zie 'Solvabiliteit' in het deel 'Overige informatie' van het kwartaalverslag.
Ook onze liquiditeitspositie bleef uitstekend, wat zich uit in een LCR-ratio van 158% en een NSFR-ratio van 139%, tegenover respectievelijk 159% en 136% eind 2023. Die cijfers liggen allemaal ruim boven het wettelijke minimum van 100%.
Analyse van het boekjaar 2024
Nettoresultaat voor het boekjaar 2024: 3 415 miljoen euro
stabiel jaar-op-jaar en 2% gestegen als we de wisselkoerseffecten buiten beschouwing laten
Hoofdlijnen (vergeleken met het boekjaar 2023, tenzij anders vermeld):
• Nettorente-inkomsten: 2% gestegen tot 5 574 miljoen euro (een stijging van 3% wanneer het wisselkoerseffect buiten beschouwing wordt gelaten), hoger dan de verwachting van 'ongeveer 5,5 miljard euro'. Dit was deels toe te schrijven aan het hogere resultaat uit commerciële transformatie en het hogere ALM-resultaat, terwijl de inkomsten uit kredietverlening stabiel bleven (de volumegroei werd tenietgedaan door lagere marges in sommige kernmarkten). Dit werd deels gecompenseerd door hogere kosten verbonden aan de minimaal vereiste reserves aangehouden bij centrale banken, lagere rente-inkomsten uit de dealingroom, hogere wholesalefinancieringskosten, lagere renteinkomsten uit kortlopende cashmanagementactiviteiten, iets lagere rente-inkomsten uit termijndeposito's van klanten, lagere nettorente-inkomsten in Ierland (als gevolg van de eerdere verkoop van de resterende Ierse portefeuilles en het daaropvolgende vereffeningsproces), lagere rente-inkomsten uit inflatiegerelateerde obligaties en een negatief wisselkoerseffect. Als we het wisselkoerseffect buiten beschouwing laten, steeg het volume van consumentenkredieten met 5%, terwijl de deposito's (exclusief de volatiele kortetermijndeposito's met lage marges bij de buitenlandse vestigingen van KBC Bank) met 7% stegen op jaarbasis. De nettorentemarge bedroeg 2,09% in 2024, een stijging met 4 basispunten ten opzichte van een jaar geleden.
• Het verzekeringstechnisch resultaat (verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering) daalde met 3% tot 453 miljoen euro. De gecombineerde ratio voor schadeverzekeringen voor heel 2024 bedroeg 90% (88% wanneer we de nettoimpact van - 33 miljoen euro van storm Boris buiten beschouwing laten), tegenover 87% voor heel 2023. De verkoop van schadeverzekeringen steeg met 8% (10% als we het wisselkoerseffect buiten beschouwing laten) tot 2 547 miljoen euro, met stijgingen in alle belangrijke takken, terwijl de verkoop van levensverzekeringen met 25% steeg tot 2 906 miljoen euro, dankzij de hogere verkoop van tak 23-producten, producten met rentegarantie (tak 21) en hybride producten.
• De nettoprovisie-inkomsten: stegen met 10% tot 2 578 miljoen euro (een stijging van 11% als we het wisselkoerseffect buiten beschouwing laten). Dat was voornamelijk te danken aan veel hogere vergoedingen voor vermogensbeheerdiensten en een stijging met 5% van de vergoedingen voor bankdiensten. Eind 2024 was het totale beheerde vermogen op jaarbasis met 13% gestegen tot 276 miljard euro door een combinatie van netto-instroom (+ 3 procentpunten) en het effect van een positieve marktprestatie in de verslagperiode (+ 10 procentpunten).
• Het trading- en reëlewaarderesultaat en de verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten daalden met 177 miljoen euro tot - 168 miljoen euro. Dit was voornamelijk het gevolg van een lager resultaat uit derivaten gebruikt voor balansbeheer, een negatieve trend in verzekeringsfinancieringsbaten en -lasten (voornamelijk door toenemende opgelopen rente), negatieve marktwaardeaanpassingen (xVA), deels gecompenseerd door hogere dealingroominkomsten.
• Alle andere inkomstenposten samen daalden met 476 miljoen euro tot 238 miljoen euro. Dat kwam voornamelijk door lagere overige netto-inkomsten, aangezien 2023 een winst van 0,4 miljard euro bevatte op de verkoop van de krediet- en depositoportefeuilles van KBC Bank Ireland (geboekt onder 'Overige netto-inkomsten').
• De exploitatiekosten exclusief bank- en verzekeringsheffingen stegen met 1% tot 4 474 miljoen euro (een stijging van 2% als we het wisselkoerseffect buiten beschouwing laten). Dit was het gevolg van een combinatie van hogere personeelskosten (indexering en loondrift, deels gecompenseerd door minder vte's), ICT-uitgaven en hogere regulatoire kosten, die deels werden gecompenseerd door de lagere kosten in Ierland, lagere facilitaire uitgaven en een wisselkoerseffect. De bank- en verzekeringsheffingen bedroegen 623 miljoen euro. Dat is een daling met 9%, voornamelijk door de lagere bijdrage aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (voornamelijk in België), die evenwel gedeeltelijk werd gecompenseerd door hogere nationale belastingen (voornamelijk in België en Slowakije). De kosten-inkomstenratio bedroeg 47% wanneer bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing worden gelaten (49% voor het boekjaar 2023). Wanneer de bank- en verzekeringsheffingen volledig buiten beschouwing worden gelaten, bedroeg de kosten-inkomstenratio voor de verslagperiode 43%, evenveel als voor boekjaar 2023.
De exploitatiekosten exclusief bank- en verzekeringsheffingen en inclusief betaalde verzekeringsprovisies stegen tegenover het vorige boekjaar met 1,6% tot 4,86 miljard euro, in overeenstemming met onze verwachting van een stijging van minder dan 1,7% op jaarbasis.
• Waardeverminderingen op kredieten: een nettowaardevermindering van 199 miljoen euro, tegenover een nettoterugname van 16 miljoen euro in de referentieperiode. Over heel 2024 was er een nettowaardevermindering van 333 miljoen euro voor onze kredietportefeuille en een nettoterugname van 134 miljoen euro voor de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden. Daardoor bedroeg de kredietkostenratio 0,10%, tegenover 0,00% voor heel 2023. De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten bedroegen 49 miljoen euro, tegenover 231 miljoen euro in de referentieperiode.
• Het nettoresultaat van 3 415 miljoen euro voor heel 2024 kan als volgt worden uitgesplitst: 1 846 miljoen euro voor divisie België (20 miljoen euro minder dan dezelfde periode vorig jaar), 858 miljoen euro voor divisie Tsjechië (een stijging van 138 miljoen euro, exclusief wisselkoerseffecten), 751 miljoen euro voor divisie Internationale Markten (een stijging van 88 miljoen euro exclusief wisselkoerseffecten) en - 40 miljoen euro voor het Groepscenter (een daling van 137 miljoen euro, hoofdzakelijk een gevolg van de winst van 0,4 miljard euro die in de referentieperiode werd geboekt op de verkoop van de krediet- en depositoportefeuilles van KBC Bank Ireland, terwijl in 2024 een belastingvoordeel van 0,3 miljard euro werd geboekt op de aanstaande liquidatie van Exicon (de resterende activiteiten van KBC Bank Ireland).
ESG-ontwikkelingen, risicoverklaring en economische visie
ESG-ontwikkelingen
Bij KBC erkennen we het belang van transparante rapportering over onze duurzaamheidsinspanningen. Transparante informatieverstrekking is essentieel om weloverwogen beslissingen te kunnen nemen en onze duurzaamheidsdoelstellingen te behalen. In overeenstemming met de CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) zullen we onze eerste Duurzaamheidsverklaring voor het verslagjaar 2024 publiceren als integraal onderdeel van ons jaarverslag. Door deze rapporteringsverplichtingen na te leven, bevestigen we onze jarenlange staat van dienst op het vlak van informatieverschaffing over duurzaamheid en tonen we ons engagement om een duurzame en veerkrachtige economie te bevorderen. Onze uitstekende duurzaamheidsratings bevestigen duidelijk onze inspanningen. We zijn ook trots dat we voor het derde opeenvolgende jaar zijn opgenomen in de CDP Climate A-lijst. Deze erkenning benadrukt de voortrekkersrol die KBC speelt op het gebied van klimaatgerelateerde informatieverstrekking.
Risicoverklaring
Omdat we hoofdzakelijk actief zijn als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder, zijn we blootgesteld aan een aantal typische risico’s voor de financiële sectoren, zoals – maar zeker niet uitsluitend – kredietrisico, kredietrisico van tegenpartijen, concentratierisico, interestrisico, muntrisico, marktrisico, liquiditeits- en financieringsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, wijzigingen in de regelgeving, operationeel risico, betwistingen van klanten, concurrentie van andere en nieuwe spelers en de economie in het algemeen. Hoewel KBC al die risico's nauwlettend opvolgt en beheert binnen een strikt risicokader, kunnen ze toch een negatieve invloed hebben op de waarde van activa of bijkomende kosten genereren boven de verwachte niveaus.
Momenteel wordt een aantal factoren als de belangrijkste uitdagingen beschouwd voor de financiële sector in het algemeen. Die factoren komen vooral voort uit geopolitieke risico's die de afgelopen jaren aanzienlijk zijn toegenomen (waaronder de oorlog in Oekraïne, conflicten in het Midden-Oosten en handelsoorlogen). Deze risico's resulteren of kunnen resulteren in schokken voor het wereldwijde economische systeem (bv. bbp en inflatie) en de financiële markten (inclusief rentetarieven). Ook de Europese economieën, waaronder de thuismarkten van KBC, worden beïnvloed en dat creëert een onzeker bedrijfsklimaat, ook voor financiële instellingen. De onzekerheid over de regelgeving en compliancerisico's (met betrekking tot de kapitaalvereisten, de antiwitwasregelgeving, GDPR en ESG/duurzaamheid) blijven eveneens een overheersend thema in de sector, evenals een betere bescherming van de consument. Digitalisering (met technologie en AI als katalysator) creëert zowel kansen als bedreigingen voor het businessmodel van traditionele financiële instellingen, terwijl klimaat- en milieugerelateerde risico's hand over hand toenemen (wat recent nog bleek met storm Boris in Centraal-Europa). Het cyberrisico is de voorbije jaren een belangrijke bedreiging geworden, niet alleen voor de financiële sector, maar voor de economie in haar geheel. De oorlog in Oekraïne en geopolitieke spanningen in het algemeen hebben wereldwijd geleid tot een toename van het aantal cyberaanvallen. Ten slotte zagen we regeringen in heel Europa aanvullende maatregelen nemen om hun begrotingen te ondersteunen (via hogere belastingbijdragen van de financiële sector) en ook hun burgers en bedrijven (door bijvoorbeeld renteplafonds op leningen in te voeren of aan te dringen op hogere rentes op spaarrekeningen).
We verstrekken informatie met betrekking tot het risicobeheer in ons jaarverslag, onze kwartaalverslagen en risk reports, die allemaal beschikbaar zijn op www.kbc.com.
Onze kijk op economische groei
Voornamelijk dankzij de particuliere consumptie bedroeg de groei in de VS in het vierde kwartaal 0,6%, iets lager dan in het derde kwartaal (0,8%). De groei zal naar verwachting opnieuw ongeveer 0,6% bedragen in het eerste kwartaal van 2025, ondanks de krapte op de arbeidsmarkt die naar verwachting verder zal afnemen.
De groei in de eurozone kwam in het vierde kwartaal uit op 0,0%, na 0,4% in het derde kwartaal. De verwerkende industrie blijft zwak, terwijl het verwachte herstel in de dienstensector (nog) uitblijft. De groei zal naar verwachting ongeveer het huidige tempo aanhouden in de eerste helft van 2025 en in de tweede helft van 2025 aantrekken door een herstel van de binnenlandse consumptie.
De kwartaal-op-kwartaalgroei in België bedroeg 0,2% in het vierde kwartaal, tegenover 0,3% in het derde kwartaal. De relatief sterke binnenlandse vraag woog nog altijd zwaarder dan de negatieve bijdrage aan de groei van de netto-uitvoer. Voor de eerste helft van 2025 verwachten we dat de groei min of meer zal overeenstemmen met die van de eurozone.
De Tsjechische economie groeide in het vierde kwartaal met 0,5%, evenveel als in het derde kwartaal. Dit werd ondersteund door de particuliere consumptie, tegen de achtergrond van een zwak en vertraagd industrieel herstel. De Hongaarse economische groei herstelde zich tot 0,5% in het vierde kwartaal na een krimp van 0,6% in het derde kwartaal. Volgens onze schattingen was de groei in Bulgarije en Slowakije in het vierde kwartaal relatief sterk, met respectievelijk 0,6% en 0,5%.
Het grootste risico voor onze kortetermijnvooruitzichten voor de Europese groei zijn de gevolgen van de Amerikaanse verkiezingen in november, met name voor het handelsbeleid. Andere risico's zijn het voortduren van de huidige zwakte in de wereldwijde verwerkende industrie. Specifieke Europese risicofactoren zijn onder andere politieke instabiliteit en de lopende discussies over de overheidsbegroting in de EU voor 2025.
Onze kijk op rentevoeten en wisselkoersen
Het desinflatieproces in de eurozone en de VS pauzeerde in het vierde kwartaal. In de eurozone steeg de headline-inflatie in december opnieuw tot 2,4%, vooral onder invloed van hogere energieprijzen, de zwakke wisselkoers van de euro en statistische basiseffecten. Het effect van de energieprijzen en mogelijke handelstarieven in de loop van 2025 zullen waarschijnlijk wel wat opwaartse druk uitoefenen op de headline-inflatie.
De ECB zette haar versoepelingscyclus voort en verlaagde haar depositorente in oktober en december 2024, evenals in januari 2025, telkens met 25 basispunten tot het huidige niveau van 2,75%. Verwacht wordt dat de ECB haar beleidsrente in de eerste helft van 2025 verder zal verlagen.
De Fed zette zijn versoepelingscyclus in het vierde kwartaal ook voort en verlaagde zijn beleidsrente in november en december telkens met 25 basispunten. Na een pauze in januari 2025 wordt nu verwacht dat de Fed zijn beleidsrente in de loop van 2025 verder zal verlagen, maar dat hij een voorzichtigere houding zal aannemen om de impact van het nieuwe economische beleid in de VS te beoordelen.
De rente op tienjarige obligaties in de VS en Duitsland steeg in het vierde kwartaal en de Amerikaans-Duitse spread nam fors toe. De belangrijkste oorzaak was de robuuste Amerikaanse economische groei en de verwachtingen rond de Amerikaanse presidentsverkiezingen en het waarschijnlijke effect op de inflatie van een nieuw Amerikaans beleid, in het bijzonder op het vlak van handelstarieven. Als gevolg daarvan nam de Amerikaans-Duitse rentespread toe, wat leidde tot een sterkere dollar ten opzichte van de euro.
De Tsjechische nationale bank verlaagde haar beleidsrente eind september en november 2024, en ook in februari 2025, telkens met 25 basispunten tot 3,75%. In de eerste helft van 2025 wordt nog een renteverlaging van 25 basispunten verwacht. Sinds het begin van het vierde kwartaal is de Tsjechische kroon volatiel en relatief zwak, voornamelijk als gevolg van hogere Amerikaanse rentetarieven, een over het algemeen sterkere Amerikaanse dollar en het algemene risicosentiment. Verwacht wordt dat de kroon de komende kwartalen min of meer stabiel zal blijven.
Eind september 2024 verlaagde de nationale bank van Hongarije haar beleidsrente met 25 basispunten tot 6,5%. Verwacht wordt dat de Hongaarse centrale bank haar versoepelingscyclus in het eerste kwartaal van 2025 zal onderbreken vanwege de hoge energieprijzen, de versnellende groei van de binnenlandse consumptie en de zwakke Hongaarse forint. Tijdens het vierde kwartaal van 2024 deprecieerde de forint ten opzichte van de euro met ongeveer 3%, en deze zwakte hield begin 2025 aan. Dit werd veroorzaakt door hogere rentetarieven in de VS en een sterkere Amerikaanse dollar, politieke risico's, onzekerheid over de toegang tot EU-fondsen en een zwakke exportgerichte sector. Hoewel het mogelijk is dat de forint in het eerste kwartaal van 2025 tijdelijk weer in waarde stijgt, wordt verwacht dat de munt in de volgende kwartalen zal blijven depreciëren, voornamelijk als gevolg van een hoger inflatie in vergelijking met de eurozone.
Onze verwachtingen
Verwachtingen voor het boekjaar 2025
• Totale opbrengsten: minstens + 5,5% jaar-op-jaar.
• Nettorente-inkomsten: minstens 5,7 miljard euro, ondersteund door een organische groei van het kredietvolume met ongeveer 4% (gebaseerd op volgende assumpties: (i) markt forward rates van begin februari, (ii) geen speculatie op potentiële maatregelen door eender welke overheid en (iii) conservatieve pass-through rates op spaarrekeningen).
• Verzekeringsinkomsten (vóór afgestane herverzekering): minstens + 7% jaar-op-jaar.
• Exploitatiekosten (exclusief bank- en verzekeringsheffingen): minder dan + 2,5% jaar-op-jaar (onder de full-year 2024 groei zonder Ierland van +2,7%).
• Gecombineerde ratio: minder dan 91%.
• Kredietkostenratio: ruim onder de kredietkostenratio over de hele cyclus van 25-30 basispunten.
Verwachtingen op middellange en lange termijn
• CAGR totale inkomsten (2024-2027): minstens + 6%.
• CAGR nettorente-inkomsten (2024-2027): minstens + 5% (gebaseerd op volgende assumpties: (i) markt forward rates van begin februari, (ii) geen speculatie op potentiële maatregelen door eender welke overheid en (iii) conservatieve pass-through rates op spaarrekeningen).
• CAGR verzekeringsinkomsten (vóór afgestane herverzekering): minstens + 7%.
• CAGR exploitatiekosten (exclusief bank- en verzekeringsheffingen) (2024-2027): minder dan + 3%.
• Gecombineerde ratio: minder dan 91%.
• Kredietkostenratio: ruim onder de kredietkostenratio over de hele cyclus van 25-30 basispunten.
Basel IV (ongewijzigd)
In de aanloop naar het Basel IV-tijdperk en uitgaande van een statische balans (1H2024) en alle andere parameters ceteris paribus, zonder beperkende maatregelen, verwacht KBC:
• een impact bij eerste toepassing van + 1,0 miljard euro op de risicogewogen activa op 1 januari 2025;
• nog eens + 7,5 miljard euro in risicogewogen activa tegen 1 januari 2033; wat zal resulteren in een fully loaded impact van + 8,5 miljard euro in risicogewogen activa.
Kapitaaluitkeringsbeleid
• Het bijgewerkte dividendbeleid en het kapitaalaanwendingsplan zullen samen met de resultaten over het eerste kwartaal van 2025 worden gepubliceerd.
Verklaring van de bedrijfsrevisor
De commissaris, PwC Bedrijfsrevisoren BV/Réviseurs d’Entreprises srl, vertegenwoordigd door Damien Walgrave en Jeroen Bockaert, heeft bevestigd dat zijn controlewerkzaamheden ten gronde zijn uitgevoerd en tot op heden geen wezenlijke zaken aan het licht hebben gebracht waardoor aanpassingen nodig waren aan de geconsolideerde winst-en-verliesrekening over 2024, het vereenvoudigde geconsolideerde overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, de geconsolideerde balans en de geconsolideerde vermogensmutaties en toelichtingen, inclusief een samenvatting van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen in deze persmededeling.
Agenda en referenties
Agenda | Jaarverslag 2024: 31 maart 2025 Algemene Vergadering: 30 april 2025 Dividend: ex-coupondatum: 6 mei 2025, boekingsdatum: 7 mei 2025, betaaldatum: 8 mei 2025 (onder voorbehoud van goedkeuring door de AVA) Resultaten 1kw2025: 15 mei 2025 Andere events: www.kbc.com / Investor Relations / Financiële kalender |
Meer informatie over 4kw2024 | Kwartaalverslag: www.kbc.com / Investor Relations / Rapporten Bedrijfspresentatie: www.kbc.com/ Investor Relations / Presentaties |
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:
Kurt De Baenst, General manager Investor Relations, KBC-groep
Tel +32 2 429 35 73 - E-mail: IR4U@kbc.be
Katleen Dewaele, directeur Corporate communicatie/woordvoerster KBC-groep Tel +32 475 78 08 66- E-Mail: pressofficekbc@kbc.be
* Dit nieuwsbericht bevat informatie waarop de Europese transparantieregelgeving voor beursgenoteerde bedrijven van toepassing is. | ||
KBC Groep NV Havenlaan 2 – 1080 Brussel Katleen Dewaele Directeur Corporate communicatie/ Woordvoerster Tel. +32 475 78 08 66 |
Persdienst Tel. 02 429 29 15 Ilse De Muyer Tel. 02 429 32 88 Pieter Kussé Tel. 02 429 85 44 Sofie Spiessens Tel. 02 429 29 49 Tomas Meyers pressofficekbc@kbc.be
| KBC-persberichten zijn beschikbaar op www.kbc.com Volg ons op www.twitter.com/kbc_group Blijf op de hoogte van alle innovatieve oplossingen |