par KBC (EBR:KBC)
KBC Groep: Resultaat derde kwartaal van 868 miljoen euro
Persbericht
Buiten beurstijd - Gereglementeerde informatie*
Brussel, 7 november 2024 (07u00 CET)
KBC Groep: Resultaat derde kwartaal van 868 miljoen euro
KBC Groep – overzicht (geconsolideerd, IFRS) 3KW2024 2KW2024 3KW2023 9M2024 9M2023
Nettoresultaat (in miljoenen euro) | 868 | 925 | 877 | 2 300 | 2 725 |
Gewone winst per aandeel (in euro) | 2,14 | 2,25 | 2,07 | 5,58 | 6,44 |
Nettoresultaat per divisie (in miljoenen euro) | |||||
België | 598 | 519 | 517 | 1 359 | 1 392 |
Tsjechië | 179 | 244 | 200 | 620 | 661 |
Internationale Markten | 205 | 224 | 200 | 576 | 498 |
Groepscenter | -114 | -61 | -41 | -255 | 174 |
Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel (in euro, per einde periode) | 54,1 | 53,2 | 52,2 | 54,1 | 52,2 |
"We boekten een nettowinst van 868 miljoen euro in het derde kwartaal van 2024. Vergeleken met het resultaat van het vorige kwartaal profiteerden onze totale opbrengsten van verschillende factoren, waaronder hogere nettorente-inkomsten (ondanks aanzienlijk lagere inkomsten uit inflatiegerelateerde obligaties), gestegen verzekeringsinkomsten ondersteund door commerciële acties en hogere nettoprovisie-inkomsten dankzij uitstekende bedrijfsprestaties. Deze posten werden gecompenseerd door een daling van het trading- en reëlewaarderesultaat en de daling van de dividendinkomsten na de seizoenspiek in het tweede kwartaal.
Onze kredietportefeuille bleef groeien en steeg met 1% kwartaal-op-kwartaal en 5% jaar-op-jaar. Als we de volatiele kortetermijndeposito's met lage marges bij de buitenlandse vestigingen van KBC Bank buiten beschouwing laten, stegen de klantendeposito's met 3% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 5% ten opzichte van een jaar geleden. In België stegen de deposito's met maar liefst 5% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 8% ten opzichte van een jaar geleden, dankzij de succesvolle recuperatie van klantengelden na de vervaldag van de Belgische staatsbon die vorig jaar werd uitgegeven. Dankzij ons proactieve, gefaseerde en veelzijdige klantenaanbod bedroeg de totale instroom van klantengelden na de vervaldatum van de staatsbon 6,5 miljard euro, dat is 0,8 miljard euro meer dan de uitstroom van 5,7 miljard euro naar de staatsbon vorig jaar.
De exploitatiekosten stegen in het verslagkwartaal, maar bleven perfect binnen onze guidance voor het volledige boekjaar 2024. De lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten waren hoger, deels als gevolg van de stormen en overstromingen in Centraal-Europa, vooral storm Boris. Tot nu toe hielpen we zo'n 10 000 klanten om de gevolgen van de overstromingen door deze storm te verlichten. Daarnaast hebben we ook een donatiefonds opgericht. De waardeverminderingen op kredieten, zonder de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden, stegen ten opzichte van vorig kwartaal, wat leidde tot een kredietkostenratio van 16 basispunten voor de eerste negen maanden van 2024, substantieel onder onze guidance. Inclusief de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden bedroeg de kredietkostenratio 10 basispunten voor de eerste negen maanden van 2024. In het verslagkwartaal boekten we ook een eenmalige meerwaarde van 79 miljoen euro, onder Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint-ventures.
Onze solvabiliteitspositie bleef sterk, met een fully loaded common equity ratio van 15,2% eind september 2024. Onze liquiditeitspositie bleef ook erg solide, zoals blijkt uit een LCR van 159% en een NSFR van 142%. Zoals al eerder aangekondigd, zullen we in overeenstemming met ons algemene dividendbeleid op 14 november 2024 een interim-dividend van 1 euro per aandeel uitkeren als voorschot op het totale dividend over het boekjaar 2024.
Het aandeel digitaal verkochte bank- en verzekeringsproducten bleef stijgen: gebaseerd op een selectie van kernproducten werd ongeveer 55% van onze bank- en 29% van onze verzekeringsproducten via een digitaal kanaal verkocht. Dat was een jaar geleden nog respectievelijk 51% en 26%. En onze persoonlijke digitale assistent Kate boekt ook een mooie vooruitgang: tot nu toe hebben al meer dan 5 miljoen klanten Kate gebruikt, een stijging van maar liefst 37% ten opzichte van een jaar geleden. Daarnaast blijft het percentage vragen die Kate volledig autonoom heeft opgelost stijgen en bedraagt dat nu 67% in België en 69% in Tsjechië. Ik ben ook verheugd dat onze succesvolle digitalisering en innovaties regelmatig erkenning krijgen van externe partijen. Ik ben er bijzonder trots op dat het onafhankelijke internationale onderzoeksbureau Sia Partners KBC Mobile enkele weken geleden opnieuw heeft uitgeroepen tot beste mobilebankingapp ter wereld.
Ons uiteindelijke doel is om als bank-verzekeraar de referentie te zijn in al onze kernmarkten. Die ambitie is gebaseerd op ons klantgerichte bedrijfsmodel en, nog belangrijker, op het vertrouwen dat onze klanten, medewerkers, aandeelhouders en andere stakeholders in ons stellen. We zijn ontzettend dankbaar voor dat blijvende vertrouwen.
Johan Thijs
Chief Executive Officer
Financiële hoofdlijnen van het derde kwartaal van 2024
4 De nettorente-inkomsten stegen met 1%, zowel kwartaal-op-kwartaal als jaar-op-jaar. De nettorentemarge voor het derde kwartaal van 2024 bedroeg 2,08%, een daling met 1 basispunt ten opzichte van het vorige kwartaal en een stijging met 4 basispunten ten opzichte van het derde kwartaal van vorig jaar. Het volume van klantenkredieten steeg met 1% kwartaal-op-kwartaal en met 5% jaar-op-jaar. Als we de volatiele kortetermijndeposito's met lage marges bij de buitenlandse vestigingen van KBC Bank buiten beschouwing laten, stegen de klantendeposito's met 3% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 5% ten opzichte van een jaar geleden. In België bedroeg de instroom van klantengelden (deposito's, kasbons, fondsen, verzekeringen, obligaties, enz.) na de vervaldag van de staatsbon in totaal 6,5 miljard euro. Dat is 0,8 miljard euro meer dan de uitstroom van 5,7 miljard euro naar de staatsbon vorig jaar.
4 Het verzekeringstechnisch resultaat (verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering) bedroeg 81 miljoen euro (tegenover 113 miljoen euro in het vorige kwartaal en 138 miljoen euro in hetzelfde kwartaal vorig jaar) en bestaat uit 45 miljoen euro voor schadeverzekeringen en 36 miljoen euro voor levensverzekeringen. Het resultaat uit schadeverzekeringen werd vanzelfsprekend beïnvloed door storm Boris in Centraal-Europa. Tot nu toe hielpen we zo'n 10 000 klanten om de gevolgen van de overstromingen door deze storm te verlichten. We schatten de impact op het schadeverzekeringsresultaat in het beschouwde kwartaal (na herverzekering) op 33 miljoen euro voor belastingen. De gecombineerde ratio voor schadeverzekeringen voor de eerste negen maanden van 2024 kwam uit op 89%, tegenover 87% voor het boekjaar 2023. De verkoop van schadeverzekeringen steeg met 8% jaar-op-jaar. De verkoop van levensverzekeringen was uitstekend en steeg met 28% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 80% ten opzichte van een jaar geleden, in beide gevallen als gevolg van een hogere verkoop van tak 23- en tak 21-producten, onder meer dankzij de instroom uit de vervallen staatsbon en een succesvolle lancering van gestructureerde emissies in België.
4 De nettoprovisie-inkomsten stegen met respectievelijk 3% en 9% ten opzichte van het vorige kwartaal en hetzelfde kwartaal een jaar geleden. In beide gevallen was de stijging te danken aan de hogere vergoedingen voor onze vermogensbeheeractiviteiten en onze bankdiensten. Het beheerde vermogen steeg met 3% kwartaal-op-kwartaal en met 18% jaar-op-jaar.
4 Het trading- en reëlewaarderesultaat en de verzekeringsfinancieringsbaten of lasten daalden met 46 miljoen euro ten opzichte van het vorige kwartaal en met 34 miljoen euro ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar. De overige netto-inkomsten lagen iets lager dan normaal. De dividendinkomsten daalden ten opzichte van het vorige kwartaal, omdat het tweede kwartaal traditioneel het grootste deel van de dividendinkomsten voor het hele jaar bevat.
4 De exploitatiekosten zonder de bank- en verzekeringsheffingen stegen met 6% tegenover het vorige kwartaal en met 3% ten opzichte van een jaar geleden. De kosteninkomstenratio voor de eerste negen maanden van 2024 bedroeg 47%, tegenover 49% voor heel 2023. Bij die berekening zijn bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing gelaten en zijn de bank- en verzekeringsheffingen gelijkmatig over het jaar gespreid. Als we alle bank- en verzekeringsheffingen buiten beschouwing laten, bedroeg de kosten-inkomstenratio 43% voor de eerste negen maanden van 2024, volledig in de lijn van het cijfer voor het boekjaar 2023.
4 Het voorbije kwartaal omvatte een nettowaardevermindering op kredieten van 61 miljoen euro, tegenover 72 miljoen euro in het vorige kwartaal en 36 miljoen euro in hetzelfde kwartaal van vorig jaar. De kredietkostenratio voor de eerste negen maanden van 2024 bedroeg 0,10%, tegenover 0,00% voor heel 2023. De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten bedroegen 7 miljoen euro in het verslagkwartaal, tegenover 13 miljoen euro in het vorige kwartaal en 27 miljoen euro in hetzelfde kwartaal van vorig jaar.
4 Het aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint-ventures bevat in het verslagkwartaal een eenmalige meerwaarde met betrekking tot Isabel van 79 miljoen euro.
4 Onze liquiditeitspositie bleef sterk met een LCR van 159% en NSFR van 142%. Onze kapitaalbasis bleef stevig, met een fully loaded common equity ratio van 15,2%.
Overzicht van resultaten en balans
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening, IFRS,
KBC Groep (vereenvoudigd; in miljoenen euro) 3KW2024 2KW2024 1KW2024 4KW2023 3KW2023 9M2024 9M2023
Nettorente-inkomsten Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering Niet-leven | 1 394 | 1 379 | 1 369 | 1 360 | 1 382 | 4 141 | 4 113 | ||
740 | 726 | 714 | 683 | 699 | 2 181 | 1 996 | |||
631 | 613 | 598 | 584 | 587 | 1 842 | 1 696 | |||
Leven Dividendinkomsten Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten1 Nettoprovisie-inkomsten Overige netto-inkomsten Totale opbrengsten Exploitatiekosten (exclusief rechtstreeks toerekenbaar aan verzekeringscontracten) Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen | 109 | 114 | 116 7 | 99 12 | 113 10 | 339 | 301 | ||
11 | 26 | 44 | 47 | ||||||
-42 | 3 | -55 | -40 | -8 | -94 | 49 | |||
641 | 623 | 614 | 600 | 588 | 1 878 | 1 749 | |||
45 | 51 | 58 | 60 | 44 | 154 | 596 | |||
2 787 | 2 809 | 2 708 | 2 674 | 2 715 | 8 303 | 8 550 | |||
-1 058 | -950 | -1 431 | -1 085 | -1 011 | -3 440 | -3 531 | |||
-1 135 | -1 074 | -1 063 | -1 169 | -1 101 | -3 272 | -3 269 | |||
Totale bank- en verzekeringsheffingen | -47 | -2 | -518 | -36 | -29 | -568 | -651 | ||
Min: exploitatiekosten toegerekend aan lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten | 124 | 126 | 150 | 120 | 119 | 401 | 389 | ||
Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering | -688 | -590 | -563 | -567 | -540 | -1 840 | -1 553 | ||
Waarvan betaalde verzekeringsprovisies | -99 | -92 | -89 | -94 | -87 | -280 | -246 | ||
Niet-leven | -615 | -514 | -489 | -509 | -485 | -1 618 | -1 361 | ||
Leven | -72 | -76 | -73 | -58 | -55 | -221 | -192 | ||
Nettoresultaat afgestane herverzekering Bijzondere waardeverminderingen | 28 | -24 | -18 | -16 | -22 | -13 | -74 | ||
-69 | -85 | -16 | -170 | -63 | -170 | -46 | |||
waarvan: op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via other comprehensive income2 | -61 | -72 | -16 | 5 | -36 | -149 | 11 | ||
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint-ventures Resultaat vóór belastingen Belastingen Resultaat na belastingen toerekenbaar aan minderheidsbelangen toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 78 | 2 | 0 | 0 | 0 | 80 | -4 | ||
1 079 | 1 162 | 680 | 836 | 1 079 | 2 922 | 3 343 | |||
-211 | -237 | -175 | -159 | -203 | -623 | -619 | |||
868 | 925 | 506 | 677 | 877 | 2 299 | 2 725 | |||
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -1 | -1 | |||
868 | 925 | 506 | 677 | 877 | 2 300 | 2 725 | |||
Gewone winst per aandeel (in euro) Verwaterde winst per aandeel (in euro) | 2.14 | 2,25 | 1,18 | 1,59 | 2,07 | 5,58 | 6,44 | ||
2.14 | 2,25 | 1,18 | 1,59 | 2,07 | 5,58 | 6,44 |
Kerncijfers geconsolideerde balans, IFRS,
KBC Groep (in miljoenen euro) 30-09-2024 30-06-2024 31-03-2024 31-12-2023 30-09-2023
Balanstotaal | 353 261 | 361 945 | 359 477 | 346 921 | 358 453 | |
Leningen en voorschotten aan klanten Effecten (eigen vermogen- en schuldinstrumenten) Deposito’s van klanten3 Verplichtingen uit verzekeringscontracten Schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen Totaal eigen vermogen | 188 623 | 187 502 73 941 221 844 16 521 14 780 22 936 | 183 722 | 183 613 | 181 821 | |
75 929 | 73 561 | 73 696 | 72 765 | |||
221 851 | 216 314 | 216 501 | 214 287 | |||
17 012 | 16 602 | 16 784 | 15 920 | |||
15 193 | 14 319 | 13 461 | 12 655 | |||
23 300 | 23 917 | 24 260 | 23 865 |
Selectie van ratio’s, KBC Groep (geconsolideerd) 9M2024 FY2023
Rendement op eigen vermogen4 Kosten-inkomstenratio, groep - excl. bepaalde niet-operationele posten en bij gelijke spreiding van de bank- en verzekeringsheffingen over het jaar - excl. volledige bank- en verzekeringsheffingen | 14% | 16% |
47% 43% | 49% 43% | |
Gecombineerde ratio, niet-levensverzekeringen Common equity ratio (CET1), Basel III, Danish Compromise - fully loaded - transitioneel Kredietkostenratio5 Ratio impaired kredieten waarvan impaired kredieten > 90 dagen achterstallig | 89% | 87% |
15,2% 14,5% | 15,2% 13,8% | |
0,10% | 0,00% | |
2,1% | 2,1% | |
1,1% | 1,0% | |
Net stable funding ratio (NSFR) Liquidity coverage ratio (LCR) | 142% | 136% |
159% | 159% |
1 Vanaf 2024 werden de lijnen Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening (ook Trading- en reëlewaarderesultaat genoemd) en Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten samengevoegd, omwille van simplificatie. De referentiecijfers werden ook aangepast.
2 Ook Waardeverminderingen op kredieten genoemd. 3 Inclusief kasbons.
4 14% in 9M2024 (15% in FY2023) als de niet-operationele elementen worden uitgesloten en de bank- en verzekeringsheffingen gelijk worden gespreid over het jaar. 5 Een negatief cijfer duidt op een terugname van waardeverminderingen (positieve resultaatsimpact).
Analyse van het kwartaal (3KW2024)
Totale opbrengsten: 2 787 miljoen euro
-1% kwartaal-op-kwartaal en +3% jaar-op-jaar
De nettorente-inkomsten bedroegen 1 394 miljoen euro in het derde kwartaal van 2024, een stijging van 1% kwartaal-opkwartaal en jaar-op-jaar.
De stijging met 1% kwartaal-op-kwartaal was voornamelijk te danken aan het hogere resultaat uit commerciële transformatie (dankzij aanhoudend stijgende herbeleggingsrentes), hogere rente-inkomsten uit kredietverlening (het positieve effect van de kredietvolumegroei werd slechts gedeeltelijk gecompenseerd door het negatieve effect van de druk op de kredietmarges in sommige kernmarkten) en lagere kosten verbonden aan de minimaal vereiste reserves aangehouden bij centrale banken. Deze posten werden deels gecompenseerd door lagere rente-inkomsten uit inflatiegerelateerde obligaties, lagere rente-inkomsten uit termijndeposito's van klanten, en lagere rente-inkomsten uit kortlopende cashmanagementactiviteiten.
De stijging met 1% jaar-op-jaar was voornamelijk toe te schrijven aan een stijging van het resultaat uit commerciële transformatie, een hoger ALM-resultaat, de lagere financieringskosten van deelnemingen en iets hogere inkomsten uit kredietverlening. Deze posten werden deels gecompenseerd door lagere rente-inkomsten in Ierland (na de verkoop van de krediet- en depositoportefeuilles en het daaropvolgende vereffeningsproces), hogere kosten verbonden aan de minimaal vereiste reserves aangehouden bij centrale banken, lagere rente-inkomsten uit termijndeposito's van klanten, hogere wholesalefinancieringskosten, lagere rente-inkomsten uit kortlopende cashmanagementactiviteiten, lagere rente-inkomsten uit de dealingroom en een negatief wisselkoerseffect (depreciatie van de Tsjechische kroon en de Hongaarse forint).
De nettorentemarge voor het derde kwartaal van 2024 bedroeg 2,08%, een daling met 1 basispunt ten opzichte van het vorige kwartaal, maar 4 basispunten hoger dan een jaar geleden. Voor een indicatie van de verwachte nettorente-inkomsten in 2024 en de volgende jaren verwijzen we naar het deel 'Onze verwachtingen'.
Het volume van klantenkredieten (189 miljard euro) steeg met 1% tegenover het vorige kwartaal en met 5% ten opzichte van vorig jaar. Op het eerste gezicht bleven de klantendeposito's (222 miljard euro) stabiel kwartaal-op-kwartaal en stegen ze met 4% jaarop-jaar. Maar als we de volatiele kortetermijndeposito's met lage marges bij de buitenlandse vestigingen van KBC Bank buiten beschouwing laten (die een gevolg zijn van cashmanagementopportuniteiten op korte termijn), stegen de klantendeposito's met 3% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 5% ten opzichte van een jaar geleden. In België bedroegen deze cijfers respectievelijk 5% en 8%, wat grotendeels te danken was aan de succesvolle recuperatie van klantengeld na de vervaldag van de Belgische staatsbon die in september 2023 werd uitgegeven. Dankzij ons proactieve, gefaseerde en veelzijdige productaanbod zijn we erin geslaagd om in totaal zo'n 6,5 miljard euro aan klantengelden aan te trekken in België (deposito's, kasbons, fondsen, verzekeringen, obligaties, enz.), wat 0,8 miljard euro meer is dan de uitstroom van 5,7 miljard euro naar de staatsbon in september 2023. In de bovenstaande groeicijfers zijn de wisselkoerseffecten buiten beschouwing gelaten. Opmerking: de acties die – in een sterk concurrentiële omgeving - werden ondernomen om de uitstroom naar de staatsbon te recupereren, hebben een geschatte directe negatieve impact op de nettorente-inkomsten van ruwweg -87 miljoen euro (-26 miljoen euro in 2024 en -61 miljoen euro in 2025). Deze directe negatieve impact wordt gedeeltelijk gecompenseerd door verschillende indirecte positieve effecten van in totaal ongeveer +20 miljoen euro (in verschillende posten van de winst-en-verliesrekening).
Het verzekeringstechnisch resultaat (verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering; deze laatste twee posten maken geen deel uit van de totale opbrengsten) bedroeg 81 miljoen euro en bestaat uit 45 miljoen euro voor schadeverzekeringen en 36 miljoen euro voor levensverzekeringen.
Het resultaat uit schadeverzekeringen daalde met 41% op kwartaal-op-kwartaal en met 44% jaar-op-jaar, in beide gevallen voornamelijk door een combinatie van aanzienlijk hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten die werden beïnvloed door stormen en overstromingen (waaronder de storm Boris in Centraal-Europa, voornamelijk in Tsjechië) en die gedeeltelijk werden gecompenseerd door hogere verzekeringsinkomsten en een beter herverzekeringsresultaat (deels gerelateerd aan de eerder genoemde stormen en overstromingen). We schatten de impact in het beschouwde kwartaal van de overstromingen veroorzaakt door storm Boris (na herverzekering) op 33 miljoen euro voor belastingen.
Het resultaat uit levensverzekeringen was min of meer stabiel kwartaal-op-kwartaal (lagere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten compenseerden de lagere verzekeringsinkomsten) en daalde met 38% jaar-op-jaar (hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten in combinatie met iets lagere verzekeringsinkomsten).
De gecombineerde ratio voor schadeverzekeringen kwam uit op een uitstekende 89% voor de eerste negen maanden van 2024, tegenover 87% voor het boekjaar 2023. De verkoop van schadeverzekeringen kwam uit op 603 miljoen, 8% meer dan een jaar geleden, met groei in alle landen en verzekeringstakken. De verkoop van levensverzekeringsproducten bedroeg een uitstekende 791 miljoen euro en steeg met 28% ten opzichte van het vorige kwartaal (hogere verkoop van producten met rentegarantie en in mindere mate ook van tak 23-producten, onder meer dankzij de instroom uit de vervallen staatsbon en een succesvolle lancering van gestructureerde emissies in België) en met 80% ten opzichte van een jaar geleden (hogere verkoop van tak 23-producten en in mindere mate ook van producten met rentegarantie en hybride producten). In totaal bedroeg het aandeel van producten met rentegarantie en tak 23-producten in onze verkoop van levensverzekeringen in het afgelopen kwartaal respectievelijk 42% en 51%, waarbij de rest bestond uit hybride producten (voornamelijk in Tsjechië).
Voor een indicatie van de verwachte verzekeringsinkomsten en de gecombineerde ratio in 2024 en de volgende jaren verwijzen we naar het deel 'Onze verwachtingen'.
De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 641 miljoen euro, een stijging met 3% ten opzichte van het vorige kwartaal en 9% ten opzichte van het derde kwartaal van vorig jaar. De stijging ten opzichte van het vorige kwartaal was toe te schrijven aan de groei van de provisie-inkomsten uit onze vermogensbeheeractiviteiten met 3% (grotendeels gerelateerd aan de toename van het beheerde vermogen, zie hieronder) en de groei van de vergoedingen uit onze bankactiviteiten met 4% (voornamelijk dankzij de – deels seizoensgebonden – toename van de vergoedingen voor betalingsdiensten). De jaar-op-jaarstijging van 9% in de nettoprovisie-inkomsten was te danken aan een stijging van 15% in de vergoedingen voor onze vermogensbeheerdiensten en, in mindere mate, een stijging van 3% in vergoedingen voor bankdiensten, licht tenietgedaan door een negatief wisselkoerseffect.
Eind september 2024 bedroeg ons totale beheerde vermogen 269 miljard euro, een stijging van 3% kwartaal-op-kwartaal (+1 procentpunt door netto-instroom en +2 procentpunten door de positieve marktprestaties in vergelijking met het vorige kwartaal). Het beheerde vermogen steeg met 18% jaar-op-jaar, waarbij de netto-instroom goed was voor +5 procentpunten en de positieve marktprestatie voor +14 procentpunten.
Het trading- en reëlewaarderesultaat en de verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten bedroegen -42 miljoen euro, een daling van 46 miljoen euro kwartaal-op-kwartaal en 34 miljoen euro jaar-op-jaar. De daling ten opzichte van het vorige kwartaal was toe te schrijven aan een aantal factoren, waaronder negatieve marktwaardeaanpassingen (xVA). De jaar-op-jaardaling was voornamelijk toe te schrijven aan negatieve marktwaardeaanpassingen, deels gecompenseerd door hogere dealingroominkomsten.
De overige inkomstenposten omvatten dividendinkomsten van 11 miljoen euro (een daling ten opzichte van de 26 miljoen in het vorige kwartaal, aangezien het tweede kwartaal van het jaar traditioneel het grootste deel van de dividendinkomsten voor het jaar bevat) en overige netto-inkomsten van 45 miljoen euro, iets lager dan de normale run rate (50 miljoen euro).
Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen: 1 135 miljoen euro
+6% kwartaal-op-kwartaal en +3% jaar-op-jaar
De exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen bedroegen 1 135 miljoen euro in het derde kwartaal van 2024 – een stijging van 6% ten opzichte van het vorige kwartaal en 3% ten opzichte van een jaar geleden – en bleven perfect binnen onze verwachtingen voor het boekjaar 2024. De stijging van 6% kwartaal-op-kwartaal was deels te wijten aan hogere personeelskosten (voornamelijk loondrift, deels gecompenseerd door een lager aantal vte's), ICT-kosten, facilitaire uitgaven en afschrijvingen. De exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen stegen met 3% ten opzichte van een jaar geleden, voornamelijk door hogere personeelskosten (voornamelijk inflatie en loonindexering, deels gecompenseerd door een lager aantal vte's), ICT-kosten en professionele vergoedingen, deels gecompenseerd door lagere kosten met betrekking tot Ierland en een wisselkoerseffect.
De bank- en verzekeringsheffingen bedroegen 47 miljoen euro in het beschouwde kwartaal, tegenover 2 miljoen euro in het voorgaande kwartaal en 29 miljoen euro in hetzelfde kwartaal vorig jaar. De stijging ten opzichte van het vorige kwartaal was voornamelijk het gevolg van hogere nationale heffingen (voornamelijk in Hongarije) en een gedeeltelijke terugboeking in het vorige kwartaal van de bijdrage aan het depositogarantiefonds in België, door een lagere berekeningsgrondslag dan verwacht door de overheid.
Wanneer bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing worden gelaten en de bank- en verzekeringsheffingen gelijkmatig over het jaar worden gespreid, bedroeg de kosten-inkomstenratio 47% voor de eerste negen maanden van 2024, tegenover 49% voor het boekjaar 2023. Als we alle bank- en verzekeringsheffingen buiten beschouwing laten, verbeterde de kosten-inkomstenratio tot 43%, vergelijkbaar met het cijfer voor heel 2023.
Voor een indicatie van de verwachte exploitatiekosten en de kosten-inkomstenratio in 2024 en de volgende jaren verwijzen we naar het deel 'Onze verwachtingen'.
Waardeverminderingen op kredieten: 61 miljoen euro nettotoename
vs. 72 miljoen euro nettotoename in 2KW2024 en 36 miljoen euro nettotoename in 3KW2023
In het verslagkwartaal boekten we een nettotoename van waardeverminderingen op kredieten van 61 miljoen euro, tegenover 72 miljoen euro in het vorige kwartaal en 36 miljoen euro in hetzelfde kwartaal van vorig jaar. De nettowaardevermindering in het verslagkwartaal omvatte een toename van 132 miljoen euro met betrekking tot onze kredietportefeuille (waarvan 54 miljoen euro verband hield met het verlagen van de backstop shortfall voor oude non-performing kredieten in België) en een terugname van 71 miljoen euro als gevolg van de actualisering van de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden. Bijgevolg bedroeg de uitstaande reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden 168 miljoen euro eind september 2024.
Als gevolg daarvan bedroeg de kredietkostenratio 0,10% voor de eerste negen maanden van 2024 (0,16% zonder de wijzigingen in de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden), tegenover 0,00% voor heel 2023 (0,07% zonder de wijzigingen in de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden). Eind september 2024 stond 2,1% van onze totale kredietportefeuille te boek als impaired (categorie 3), hetzelfde niveau als eind 2023. De impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn, bedroegen 1,1% van de kredietportefeuille, tegenover 1,0% eind 2023.
Voor een indicatie van de verwachte kredietkostenratio in 2024 en de volgende jaren verwijzen we naar het deel 'Onze verwachtingen'.
De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten bedroegen 7 miljoen euro, tegenover 13 miljoen euro in het vorige kwartaal en 27 miljoen euro in het derde kwartaal van 2023. Het verslagkwartaal bevatte voornamelijk waardeverminderingen met betrekking tot software.
Nettoresultaat per divisie
België 598 miljoen euro; Tsjechië 179 miljoen euro; Internationale Markten 205 miljoen euro; Groepscenter -114 miljoen euro
België: het nettoresultaat (598 miljoen euro) lag 15% hoger dan het resultaat van het vorige kwartaal. Dit was voornamelijk door het gecombineerde effect van:
• iets lagere totale opbrengsten (voornamelijk door de daling van de dividendinkomsten na de seizoenspiek in het vorige kwartaal en iets lagere nettorente-inkomsten, deels gecompenseerd door hogere nettoprovisie-inkomsten, verzekeringsinkomsten en overige netto-inkomsten);
• hogere kosten (voor personeel en ICT en hogere facilitaire uitgaven, in combinatie met het feit dat we in het vorige kwartaal profiteerden van een gedeeltelijke terugboeking van de bijdrage aan het depositogarantiefonds);
• iets hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering;
• veel lagere nettowaardeverminderingen;
• een eenmalige meerwaarde van 79 miljoen euro met betrekking tot Isabel, geboekt onder Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint-ventures.
Tsjechië: het nettoresultaat (179 miljoen euro) is met 26% gedaald ten opzichte van het vorige kwartaal (de wisselkoerseffecten buiten beschouwing gelaten). Dit was voornamelijk te wijten aan een combinatie van:
• hogere totale opbrengsten (vooral dankzij hogere nettorente-inkomsten, verzekeringsinkomsten en nettoprovisieinkomsten);
• hogere kosten;
• veel hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering (effect van stormen en overstromingen);
• een nettowaardevermindering, tegenover een significante nettoterugname in het vorige kwartaal.
Internationale Markten: het nettoresultaat van 205 miljoen euro is als volgt verdeeld: 16 miljoen euro in Slowakije, 110 miljoen euro in Hongarije en 80 miljoen euro in Bulgarije. Voor de divisie als geheel daalde het nettoresultaat met 8% ten opzichte van het vorige kwartaal (slechts 2% als de bank- en verzekeringsheffingen buiten beschouwing worden gelaten, zie hieronder), voornamelijk door een combinatie van:
• stabiele totale opbrengsten (een stijging van nettorente-inkomsten, verzekeringsinkomsten en nettoprovisie-inkomsten, en een daling van het trading- en reëlewaarderesultaat en overige netto-inkomsten);
• hogere kosten (waaronder hogere bank- en verzekeringsheffingen, vooral in Hongarije); • iets lagere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering;
• hogere nettowaardeverminderingen.
Groepscenter: het nettoresultaat (-114 miljoen euro) was 52 miljoen euro lager dan dat van het vorige kwartaal, voornamelijk toe te schrijven aan een combinatie van:
• negatievere totale opbrengsten (voornamelijk door een lager trading- en reëlewaarderesultaat); • hogere kosten;
• hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering;
• een min of meer onveranderd niveau van waardeverminderingen.
In het deel ‘Additional information’ van het kwartaalverslag vindt u een volledige resultatentabel. Een korte analyse van de resultaten per divisie vindt u in onze analistenpresentatie op www.kbc.com.
België Tsjechië Internationale Markten
Selectie van ratio’s per divisie 9M2024 FY2023 9M2024 FY2023 9M2024 FY2023
Kosten-inkomstenratio, groep - excl. niet-operationele elementen en bij gelijke spreiding van de bank- en verzekeringsheffingen over het jaar - excl. volledige bank- en verzekeringsheffingen Gecombineerde ratio, niet-levensverzekeringen | 43% 41% | 46% 41% | 45% 43% | 47% 44% | 45% 37% | 45% 39% |
87% | 85% | 87% | 84% | 97%2 | 97%2 | |
Kredietkostenratio1 | 0,20% | 0,06% | -0,07% | -0,18% | -0,10% | -0,06% |
Ratio van impaired kredieten | 2,1% | 2,0% | 1,4% | 1,4% | 1,7% | 1,8% |
1 Een negatief cijfer duidt op een terugname van waardeverminderingen (met positieve resultaatsinvloed). Zie ‘Details of ratios and terms’ in het kwartaalverslag. 2 Exclusief de windfall bank-en verzekeringsheffingen in Hongarije bedroeg de gecombineerde ratio 92% in 9M2024 en 94% in FY2023.
Solvabiliteit en liquiditeit
Common equity ratio 15,2%, NSFR 142%, LCR 159%
Eind september 2024 bedroeg ons totale eigen vermogen 23,3 miljard euro, waarvan 21,4 miljard euro eigen vermogen van de aandeelhouders en 1,9 miljard euro additional tier 1-instrumenten.
Het totale eigen vermogen daalde met 1,0 miljard euro ten opzichte van eind 2023. Dat was te wijten aan het gecombineerde effect van:
• de opname van de winst over de eerste negen maanden van 2024 (+2,3 miljard euro);
• de inkoop van eigen aandelen (-0,8 miljard euro in 2024);
• de betaling van het slotdividend voor 2023 en een buitengewoon interim-dividend (beide in mei 2024), evenals een interim-dividend (zie hieronder) voor 2024 dat in november 2024 wordt betaald (samen -1,9 miljard euro);
• vrijwel stabiele herwaarderingsreserves;
• een nettodaling van uitstaande additional tier 1-instrumenten (-0,4 miljard euro);
• een aantal kleinere posten.
We hebben deze wijzigingen toegelicht in het deel Consolidated financial statements van het kwartaalverslag, onder Consolidated statement of changes in equity.
Opmerking: in overeenstemming met ons algemene dividendbeleid zullen we op 14 november 2024 een interim-dividend van 1 euro per aandeel uitkeren als voorschot op het totale dividend over het boekjaar 2024.
Onze solvabiliteitspositie bleef sterk, zoals blijkt uit een fully loaded common equity ratio (CET1) van 15,2% op 30 september 2024, hetzelfde niveau als eind 2023. De solvabiliteitsratio van KBC Verzekeringen volgens het Solvency II-kader bedroeg 197% eind september 2024, tegenover 206% eind 2023. Voor meer details en aanvullende informatie over de solvabiliteit, zie 'Solvency' in het deel 'Additional information' van het kwartaalverslag.
Ook onze liquiditeitspositie bleef uitstekend, wat zich uit in een LCR-ratio van 159% en een NSFR-ratio van 142%, tegenover respectievelijk 159% en 136% eind 2023, telkens ruim boven de wettelijke minima van 100%.
Analyse van de year-to-date periode (9M2024)
Nettoresultaat 9M2024: 2 300 miljoen euro
-3% jaar-op-jaar zonder de positieve éénmalige meerwaarde met betrekking tot de Ierse verkopen in de referentieperiode
Samenvatting (vergeleken met de eerste negen maanden van 2023, tenzij anders vermeld):
• Nettorente-inkomsten: gestegen met 1% tot 4 141 miljoen euro. Dat was deels toe te schrijven aan het hogere resultaat uit commerciële transformatie, het hogere ALM-resultaat en de gestegen rente-inkomsten uit termijndeposito's van klanten, en deels tenietgedaan door lagere inkomsten uit kredietverlening (doordat lagere marges in sommige kernmarkten de volumegroei meer dan tenietdeden), lagere nettorente-inkomsten in Ierland (als gevolg van de eerdere verkoop van de resterende Ierse portefeuilles en het daaropvolgende vereffeningsproces), hogere kosten in verband met de minimaal vereiste reserves die worden aangehouden bij centrale banken, lagere rente-inkomsten uit kortlopende cashmanagementactiviteiten, lagere rente-inkomsten uit de dealingroom, hogere financieringskosten van deelnemingen en hogere wholesalefinancieringskosten, evenals een negatief wisselkoerseffect. Als we het wisselkoerseffect buiten beschouwing laten, steeg het volume klantenkredieten met 5%, terwijl de deposito's (exclusief de volatiele kortetermijndeposito's met lage marges bij de buitenlandse vestigingen van KBC Bank) ook met 5% jaar-op-jaar stegen. De nettorentemarge voor de eerste negen maanden van 2024 bedroeg 2,09%, een stijging met 2 basispunten jaar-op-jaar.
• Het verzekeringstechnisch resultaat (verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering) daalde met 11% tot 328 miljoen euro. De gecombineerde ratio voor schadeverzekeringen voor de eerste negen maanden van 2024 uit op een uitstekende 89%, tegenover 87% voor het boekjaar 2023. De verkoop van schadeverzekeringen steeg met 9% tot 1 956 miljoen euro, met stijgingen in alle verzekeringstakken, terwijl de verkoop van levensverzekeringen met 32% steeg tot 2 176 miljoen euro, voornamelijk dankzij de hogere verkoop van tak 23-producten en, in mindere mate, van producten met rentegarantie en hybride producten.
• De nettoprovisie-inkomsten stegen met 7% tot 1 878 miljoen euro. Dat was voornamelijk te danken aan veel hogere vergoedingen voor vermogensbeheerdiensten en een lichte stijging van vergoedingen voor bankdiensten. Eind september 2024 was het totale beheerde vermogen jaar-op-jaar met 18% gestegen tot 269 miljard euro door een combinatie van nettoinstroom (+ 5 procentpunten) en het effect van een positieve marktprestatie in de verslagperiode (+ 14 procentpunten).
• Het trading- en reëlewaarderesultaat en de verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten daalden met 144 miljoen euro tot -94 miljoen euro. Dit was voornamelijk het gevolg van negatieve marktwaardeaanpassingen (xVA) en een lager resultaat uit derivaten gebruikt voor balansbeheer, deels gecompenseerd door hogere dealingroominkomsten.
• Alle andere inkomstenposten samen daalden met 69% tot 197 miljoen euro. Dat kwam voornamelijk door lagere overige netto-inkomsten, aangezien de eerste negen maanden van 2023 een winst van 0,4 miljoen euro bevatten op de verkoop van de krediet- en depositoportefeuilles van KBC Bank Ireland (geboekt onder 'Overige netto-inkomsten').
• De exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen bleven min of meer stabiel en bedroegen 3 272 miljoen euro. Dat was deels toe te schrijven aan lagere kosten in Ierland en een wisselkoerseffect, die teniet werden gedaan door onder meer het negatieve effect van hogere personeelskosten (indexering en loondrift, deels gecompenseerd door minder vte's) en ICT-kosten. De bank- en verzekeringsheffingen bedroegen 568 miljoen euro. Dat is een daling met 13%, voornamelijk dankzij de lagere bijdrage aan het single resolution fund, deels gecompenseerd door hogere nationale heffingen. Wanneer bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing worden gelaten en de bank- en verzekeringsheffingen gelijk gespreid zouden worden over het jaar, bedroeg de kosten-inkomstenratio 47% (49% voor boekjaar 2023). Wanneer de bank- en verzekeringsheffingen volledig buiten beschouwing worden gelaten, bedroeg de kosten-inkomstenratio voor de verslagperiode 43%, vergelijkbaar met het cijfer voor het boekjaar 2023.
• Waardeverminderingen op kredieten: een nettowaardevermindering van 149 miljoen euro, tegenover een nettoterugname van 11 miljoen euro in de referentieperiode. In de eerste negen maanden van 2024 was er een nettowaardevermindering van 233 miljoen euro met betrekking tot onze kredietportefeuille en een nettoterugname van 84 miljoen euro voor de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden. Daardoor bedroeg de kredietkostenratio 0,10%, tegenover 0,00% voor heel 2023. De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten bedroegen 20 miljoen euro, tegenover 56 miljoen euro in de referentieperiode.
• Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint-ventures: een stijging van 84 miljoen euro tot 80 miljoen euro, door een eenmalige meerwaarde met betrekking tot Isabel van 79 miljoen euro.
• Het nettoresultaat van 2 300 miljoen euro voor de eerste negen maanden van 2024 is als volgt samengesteld: 1 359 miljoen euro voor divisie België (33 miljoen euro minder dan dezelfde periode vorig jaar), 620 miljoen euro voor divisie Tsjechië (een daling van 7 miljoen euro, exclusief wisselkoerseffecten), 576 miljoen euro voor divisie Internationale Markten (een stijging van 86 miljoen euro exclusief wisselkoerseffecten) en -255 miljoen euro voor het Groepscenter (een daling van 429 miljoen euro, hoofdzakelijk een gevolg van de meerwaarde van 0,4 miljard euro die in de referentieperiode werd geboekt op de verkoop van de krediet- en depositoportefeuilles van KBC Bank Ireland).
ESG-ontwikkelingen, risicoverklaring en economische visie
ESG-ontwikkelingen
Bij KBC erkennen we het belang van transparante rapportering over onze duurzaamheidsinspanningen. Transparante informatieverschaffing is de hoeksteen van ons handelen, vormt de basis voor toekomstige besluitvorming en is essentieel om onze duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren. Daarom blijven we rapporteren over de vooruitgang die we boeken op het gebied van duurzaamheid. In het derde kwartaal van 2024 hebben we bijvoorbeeld opnieuw onze milieugegevens gepubliceerd in overeenstemming met CDP. We hebben ook het resultaat bekendgemaakt van de S&P Global Corporate Sustainability Assessment van 2024, waarin we een score van 66/100 behaalden. Daarmee behoren we tot de top 8% van de 664 beoordeelde banken*. Daarnaast zijn we momenteel volop bezig met de voorbereidingen voor de eerste rapportering volgens de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), die ons oplegt in ons volgende jaarverslag uitgebreid en op een gestandaardiseerde manier te rapporteren over duurzaamheidskwesties.
* Inclusief 351 banken die op 14 oktober 2024 nog altijd werden beoordeeld op basis van de methodologie van 2023.
Risicoverklaring
Omdat we hoofdzakelijk actief zijn als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder, zijn we blootgesteld aan een aantal typische risico’s voor die financiële sectoren, zoals – maar zeker niet uitsluitend – kredietrisico, kredietrisico van tegenpartijen, concentratierisico, interestrisico, muntrisico, marktrisico, liquiditeits- en financieringsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, wijzigingen in de regelgeving, operationeel risico, betwistingen van klanten, concurrentie van andere en nieuwe spelers en de economie in het algemeen. Hoewel KBC al die risico's nauwlettend opvolgt en beheert binnen een strikt risicokader, kunnen ze toch een negatieve invloed hebben op de waarde van activa of bijkomende kosten genereren boven de verwachte niveaus.
Momenteel wordt een aantal factoren als de belangrijkste uitdagingen beschouwd voor de financiële sector in het algemeen. Deze vloeien voornamelijk voort uit de meestal indirecte maar aanslepende impact van de oorlog in Oekraïne, zoals de uitgestelde effecten van de stijging van de energie- en grondstoffenprijzen en de tekorten aan de aanbodzijde die daar het gevolg van zijn. Dat heeft geleid tot een stijging van de inflatie, met opwaartse druk op de rentetarieven, zwakkere groeivooruitzichten (of zelfs vrees voor een recessie) en bezorgdheid over de kredietwaardigheid van tegenpartijen in de meest blootgestelde economische sectoren tot gevolg. De geopolitieke risico's blijven hoog, zoals blijkt uit het escalerende conflict in Gaza/Israël en het MiddenOosten. Het grote aantal verkiezingen in 2024 over de hele wereld, waaronder in de VS, draagt bij aan de geopolitieke onzekerheid. Deze risico's beïnvloeden alle economieën in de wereld, maar vooral de Europese, dus ook de thuismarkten van KBC. De onzekerheid over de regelgeving en compliancerisico's (onder meer met betrekking tot de kapitaalvereisten, de antiwitwasregelgeving, GDPR en ESG/duurzaamheid) blijven een overheersend thema in de sector, evenals een betere bescherming van de consument. Digitalisering (met technologie en AI als katalysator) creëert zowel kansen als bedreigingen voor het bedrijfsmodel van traditionele financiële instellingen, terwijl klimaat- en milieugerelateerde risico's hand over hand toenemen (wat recent nog bleek met storm Boris in Centraal-Europa). Het cyberrisico is de voorbije jaren een belangrijke bedreiging geworden, niet alleen voor de financiële sector, maar voor de economie in haar geheel. De oorlog in Oekraïne heeft wereldwijd een toename van het aantal cyberaanvallen in gang gezet. Ten slotte zagen we dat regeringen in heel Europa aanvullende maatregelen namen om hun begrotingen te ondersteunen (via hogere belastingbijdragen van de financiële sector) en ook hun burgers en bedrijven (door bijvoorbeeld renteplafonds op leningen in te voeren of aan te dringen op hogere rentes op spaarrekeningen).
We verstrekken informatie met betrekking tot het risicobeheer in ons jaarverslag, onze kwartaalverslagen en risk reports, die allemaal beschikbaar zijn op www.kbc.com.
Onze kijk op economische groei
De Amerikaanse groei bedroeg in het derde kwartaal 0,7%, evenveel als in het tweede kwartaal, vooral gedreven door de particuliere consumptie. De groei zal naar verwachting weer afnemen tot ongeveer 0,3% in het vierde kwartaal van 2024, omdat we ervan uitgaan dat de krapte op de arbeidsmarkt verder zal afnemen.
De groei in de eurozone bedroeg in het derde kwartaal 0,4%, tegenover 0,2% in het tweede kwartaal. De verwerkende industrie blijft een zwakte vertonen, terwijl het verwachte herstel in de dienstensector (nog) uitblijft. De groei zal naar verwachting ongeveer het huidige tempo aanhouden en in de tweede helft van 2025 aantrekken door een herstel van de binnenlandse consumptie.
De kwartaal-op-kwartaalgroei in België bedroeg 0,2% in het derde kwartaal, tegenover 0,3% in het tweede kwartaal. De relatief sterke binnenlandse vraag woog nog altijd zwaarder dan de negatieve bijdrage aan de groei van de netto-uitvoer. Voor de rest van 2024 verwachten we dat de groei min of meer zal overeenstemmen met die van de eurozone.
De Tsjechische economie groeide in het derde kwartaal met 0,3%, tegenover 0,4% in het tweede kwartaal. Dit werd ondersteund door de particuliere consumptie, tegen de achtergrond van een zwak en vertraagd industrieel herstel en de ongunstige economische gevolgen van de overstromingen in het land. De zwakke groei van de industriële sector woog ook zwaar op de groei in Hongarije in het derde kwartaal (-0,7%). Volgens onze laatste schattingen was de groei in Bulgarije en Slowakije in het derde kwartaal relatief sterk, met respectievelijk 0,6% en 0,8%.
Het grootste risico voor onze kortetermijnvooruitzichten voor de Europese groei betreft de mogelijke gevolgen van de Amerikaanse verkiezingen in november. Bovendien houdt het conflict in het Midden-Oosten het risico van hogere energie- en grondstofprijzen in. Andere risico's zijn het voortduren van de huidige zwakte van de wereldwijde verwerkende industrie. Specifieke Europese risicofactoren zijn onder andere de begrotingsbesprekingen in de EU voor 2025, die voor meer onzekerheid kunnen zorgen en daardoor de economische groei negatief kunnen beïnvloeden en de risicopremies voor kwetsbare eurolanden tijdelijk kunnen verhogen.
Onze kijk op rentevoeten en wisselkoersen
De desinflatie in de eurozone en de VS lag in het derde kwartaal grotendeels op schema. In de eurozone daalde de inflatie in september meer dan verwacht tot 1,7%, in de eerste plaats door de lagere energieprijzen. We verwachten echter dat de inflatie in de komende periode weer zal toenemen. Na januari 2025 zal de inflatie naar verwachting haar dalende tendens naar het streefcijfer van 2% van de ECB hervatten.
De ECB zette haar versoepelingscyclus voort en verlaagde haar depositorente in september en oktober met telkens 25 basispunten. Er wordt van uitgegaan dat ze die rente in december 2024 met nog eens 25 basispunten zal verlagen. Er worden nog meer renteverlagingen verwacht in 2025.
In september begon ook de Fed met zijn versoepelingscyclus door zijn beleidsrente met 50 basispunten te verlagen. De omvang van deze renteverlaging werd ingegeven door de zwakke arbeidsmarktgegevens van dat moment, die een gevoel van pessimisme en angst voor een recessie opwekten. Deze verdwenen toen de arbeidsmarktgegevens veerkrachtiger bleken dan gevreesd. We verwachten dat de Fed zijn beleidsrente in 2024 nog twee keer met 25 basispunten zal verlagen. Er worden nog meer renteverlagingen verwacht in 2025.
De rente op tienjarige obligaties in de VS en Duitsland ging geleidelijk omlaag en bereikte een dieptepunt medio september. De belangrijkste drijfveer was de bezorgdheid over de groei, vooral voor de Amerikaanse arbeidsmarkt. Toen deze bezorgdheid afnam, veerde de obligatierente sterk op tot het huidige niveau van ongeveer 4,20% in de VS en 2,30% in Duitsland. Daardoor nam het Amerikaans-Duitse renteverschil weer sterk toe. Dat renteverschil bepaalde ook in belangrijke mate de USD/EURwisselkoers. De dollar daalde geleidelijk in waarde naarmate het Amerikaans-Duitse renteverschil kleiner werd. Toen de Amerikaans-Duitse spread vanaf de tweede helft van oktober weer groter werd, begon de Amerikaanse dollar terrein terug te winnen.
De Tsjechische nationale bank verlaagde haar beleidsrente in twee stappen van elk 25 basispunten in het derde kwartaal. Er worden nog twee renteverlagingen van 25 basispunten verwacht tegen het einde van 2024 en waarschijnlijk nog één in het eerste kwartaal van 2025. Sinds het begin van het derde kwartaal is de Tsjechische kroon relatief stabiel, vooral onder invloed van het wereldwijde risicosentiment, de renteverschillen met de belangrijkste centrale banken en de wisselkoers tegenover de Amerikaanse dollar. Verwacht wordt dat de kroon de komende kwartalen licht zal stijgen.
In het derde kwartaal van 2024 verlaagde de nationale bank van Hongarije haar beleidsrente twee keer met telkens 25 basispunten. Eind 2024 en in 2025 worden nog meer geleidelijke verlagingen verwacht. De Hongaarse forint is per saldo in waarde gedaald ten opzichte van de euro en zal – onder invloed van het structurele positieve inflatieverschil met de eurozone – naar verwachting verder depreciëren in 2025.
Onze verwachtingen
Verwachtingen voor het boekjaar 2024 (zoals gepubliceerd bij de 2KW2024 resultaten)
• Nettorente-inkomsten: ongeveer 5,5 miljard euro, ondersteund door een organische groei van het kredietvolume met ong.
4%.
• Verzekeringsinkomsten (vóór afgestane herverzekering): ten minste +6% jaar-op-jaar.
• Exploitatiekosten en betaalde verzekeringsprovisies (exclusief bank- en verzekeringsheffingen): onder de +1,7% jaar-opjaar, wat aanzienlijk lager is dan de inflatie.
• Kosten/inkomstenratio (exclusief bank- en verzekeringsheffingen): onder de 45%.
• Gecombineerde ratio: minder dan 91%.
• Kredietkostenratio (exclusief eventuele wijzigingen in de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden die eind 2023 nog uitstond): ruim onder de 'through-the-cycle' kredietkostenratio van 25-30 basispunten.
Verwachtingen op middellange en lange termijn (zoals gepubliceerd bij de FY2023 resultaten)
• CAGR nettorente-inkomsten (2023-2026): ten minste 1,8%.
• CAGR verzekeringsinkomsten (vóór afgestane herverzekering) (2023-2026): ten minste 6%.
• CAGR exploitatiekosten en betaalde verzekeringsprovisies (exclusief bank- en verzekeringsheffingen) (2023-2026): minder dan 1,7%, wat aanzienlijk lager is dan de inflatie.
• Kosten-inkomstenratio (exclusief bank- en verzekeringsheffingen): onder de 42% tegen het einde van 2026.
• Gecombineerde ratio: minder dan 91%.
• Kredietkostenratio (exclusief eventuele wijzigingen in de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden die eind 2023 nog uitstond): ruim onder de 'through-the-cycle' kredietkostenratio van 25-30 basispunten.
Basel IV (geactualiseerd)
In de aanloop naar het Bazel IV-tijdperk en uitgaande van een statische balans (1H2024) en alle andere parameters ceteris paribus, zonder impactbeperkende maatregelen, verwacht KBC:
• op 1 januari 2025, een first-time application impact van + 1,0 miljard euro in risicogewogen activa (+ 0,0 miljard euro voorheen);
• tegen 1 januari 2033, een verdere impact van + 7,5 miljard euro in risicogewogen activa (+ 8,0 miljard euro voorheen); wat resulteert in een fully loaded impact van + 8,5 miljard euro in risicogewogen activa (+ 8,0 miljard euro voorheen).
Kapitaaluitkeringsbeleid (ongewijzigd)
• Dividendbeleid voor 2024: uitkeringsratio (d.w.z. dividend + AT1-coupon) van ten minste 50% van de geconsolideerde winst van het boekjaar, en interim-dividend van 1 euro per aandeel in november van elk boekjaar als voorschot op het totale dividend.
• Kapitaalaanwendingsbeleid voor 2024: naast de uitkeringsratio van ten minste 50% van de geconsolideerde winst zal de Raad van Bestuur (bij de bekendmaking van de jaarresultaten) naar eigen discretie beslissen over de uitkering van het kapitaal boven een 15,0% fully loaded common equity ratio (het zogenaamde surpluskapitaal). De uitkering van dit surpluskapitaal kan in de vorm van een cash dividend, een aandeleninkoop of een combinatie van beide.
• Gezien de invoering van Basel IV op 1 januari 2025, zullen het dividendbeleid en de bepaling van het surpluskapitaal in het eerste halfjaar van 2025 worden herzien.
Agenda en referenties
Agenda | Interim-dividend van 1 euro: ex-coupon: 12 nov. 2024, record: 13 nov. 2024, payment: 14 nov. 2024. 4KW2024 and FY2024 resultaten: 13 februari 2025 Jaarverslag 2024: 31 maart 2025 Algemene Vergadering: 30 april 2025 Overige: www.kbc.com / Investor Relations / Financial calendar |
Meer informatie over 3KW2024 | Kwartaalverslag: www.kbc.com / Investor Relations / Rapporten Bedrijfspresentatie: www.kbc.com/ Investor Relations / Presentaties |
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:
Investor Relations, KBC-groep
E-mail: IR4U@kbc.be
Viviane Huybrecht, directeur Corporate communicatie/woordvoerster KBC-groep
Tel +32 2 429 85 45 - E-Mail: pressofficekbc@kbc.be
* Dit nieuwsbericht bevat informatie waarop de Europese transparantieregelgeving voor beursgenoteerde bedrijven van toepassing is. | ||
KBC Groep NV Havenlaan 2 – 1080 Brussel Viviane Huybrecht Directeur Corporate communicatie/ Woordvoerster Tel. 02 429 85 4 5 |
Persdienst Tel. 02 429 29 15 Ilse De Muyer Tel. 02 429 32 88 Pieter Kussé Tel. 02 429 85 44 Sofie Spiessens Tel. 02 429 29 49 Tomas Meyers pressofficekbc@kbc.be
| KBC-persberichten zijn beschikbaar op www.kbc.com Volg ons op www.twitter.com/kbc_group Blijf op de hoogte van alle innovatieve oplossingen |