COMMUNIQUÉ DE PRESSE

par KBC (EBR:KBC)

KBC Groep: Resultaat tweede kwartaal van 1 018 miljoen euro

                    image      Persbericht

 Buiten beurstijd - Gereglementeerde informatie*

image Brussel, 7 augustus 2025 (07u00 CEST) 

KBC Groep: Resultaat tweede kwartaal van 1 018 miljoen euro

                      KBC Groep – overzicht (geconsolideerd, IFRS)                                                 2KW2025       1KW2025       2KW2024          1H2025          1H2024

Nettoresultaat (in miljoenen euro)

1 018

546

925

1 564

1 431

Gewone winst per aandeel (in euro)

2,50

1,32

2,25

3,82

3,44

Nettoresultaat per divisie (in miljoenen euro)

België

607

281

519

888

761

Tsjechië

240

207

244

447

441

Internationale Markten

237

135

224

372

370

Groepscenter

-65

-77

-61

-143

-141

Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel (in euro, per einde periode)

58,9

58,8

53,2

58,9

53,2

 

“We boekten een uitstekende nettowinst van 1 018 miljoen euro in het tweede kwartaal van 2025. Vergeleken met het resultaat van het vorige kwartaal profiteerden onze totale opbrengsten van verschillende factoren, waaronder de sterke stijging van de nettorente-inkomsten, hogere verzekeringsinkomsten, een beter trading- en reëlewaarderesultaat en de seizoenspiek in dividendinkomsten, terwijl de nettoprovisie-inkomsten – hoewel nog steeds op een hoog niveau – iets daalden ten opzichte van het vorige kwartaal. 

 

Onze kredietportefeuille bleef groeien en steeg met 2% kwartaal-op-kwartaal en 7% jaar-op-jaar. Ook de klantendeposito’s 

– abstractie makend van de volatiele kortetermijndeposito's met lage marges bij de buitenlandse vestigingen van KBC Bank - stegen met 2% kwartaal-op-kwartaal en met 7% jaar-op-jaar.

 

De exploitatiekosten waren aanzienlijk lager dan in het vorige kwartaal, doordat het grootste deel van de bank- en verzekeringsheffingen voor het hele jaar – zoals gebruikelijk – in het eerste kwartaal werd geboekt. Als we de bank- en verzekeringsheffingen buiten beschouwing laten, stegen de exploitatiekosten met 2% kwartaal-op-kwartaal. De lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering daalden, terwijl de waardeverminderingen op kredieten stegen, hoewel de kredietkostenratio voor de eerste zes maanden van 2025 op een gunstige 15 basispunten bleef, ruim onder de 25-30 basispunten over de hele cyclus.

Als we de resultaten van het eerste en tweede kwartaal bij elkaar optellen, komt onze nettowinst voor de eerste helft van 2025 uit op 1 564 miljoen euro, een stijging van 9% ten opzichte van een jaar eerder.

 

Onze solvabiliteitspositie bleef sterk, met een unfloored fully loaded common equity ratio volgens Bazel IV van 14,6% eind juni 2025. Onze liquiditeitspositie bleef ook erg sterk, zoals blijkt uit een LCR van 157% en een NSFR van 135%. In overeenstemming met ons dividendbeleid zullen we in november 2025 een interim-dividend van 1 euro per aandeel uitkeren als voorschot op het totale dividend over het boekjaar 2025. Verder hebben we besloten om onze verwachting voor de nettorente-inkomsten voor het boekjaar 2025 te verhogen naar ‘ten minste 5,85 miljard euro’, terwijl we aanvankelijk mikten op 5,7 miljard euro. Ook onze verwachting voor de groei van de totale opbrengsten over 2025 verhogen we naar ten minste 7%, tegenover onze oorspronkelijke verwachting van 5,5%.

 

We blijven vooroplopen op het gebied van digitale innovatie. Daarbij speelt Kate een centrale rol in het leveren van slimmere, snellere en persoonlijkere, veilige en vertrouwde diensten aan onze klanten. Vandaag gebruiken 5,7 miljoen klanten Kate, dat is 19% meer dan een jaar geleden. Operationeel lost Kate nu zelfstandig 7 van de 10 vragen van klanten op in onze kernmarkten. Dat komt overeen met de werklast van meer dan 300 voltijdse werknemers, wat toelaat dat onze teams zich concentreren op complexere en waardevolle klantengesprekken.

 

Onze ambitie blijft duidelijk: als bank-verzekeraar de referentie zijn in al onze thuismarkten. We streven dat doel niet alleen na met een sterk, klantgericht bedrijfsmodel, maar vooral dankzij het vertrouwen dat onze klanten, werknemers, aandeelhouders en andere stakeholders in ons stellen. Dat vertrouwen betekent veel voor ons – en daar wil ik u oprecht voor danken."

image

Financiële hoofdlijnen van het tweede kwartaal van 2025

 

image4 De nettorente-inkomsten stegen met 6% kwartaal-op-kwartaal en met 9% jaar-opjaar. De nettorentemarge voor het tweede kwartaal van 2025 bedroeg 2,08%, een stijging met 2 basispunten ten opzichte van het vorige kwartaal en een daling met 2 basispunten jaar-op-jaar. De kredietvolumes stegen met 2% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 7% jaar-op-jaar. Als we de volatiele kortetermijndeposito's met lage marges bij de buitenlandse vestigingen van KBC Bank buiten beschouwing laten, stegen de klantendeposito's eveneens met 2% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 7% jaar-op-jaar.

4 Het verzekeringstechnisch resultaat (verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering) bedroeg 166 miljoen euro (gestegen tegenover 142 miljoen euro in het vorige kwartaal en 113 miljoen euro in hetzelfde kwartaal vorig jaar) en bestaat uit 113 miljoen euro voor schadeverzekeringen en 53 miljoen euro voor levensverzekeringen. De gecombineerde ratio voor schadeverzekeringen voor het eerste halfjaar van 2025 kwam uit op een uitstekende

85%,               tegenover                90%         voor         het           boekjaar 2024.        De           verkoop   van schadeverzekeringsproducten steeg met 8% jaar-op-jaar, terwijl de verkoop van levensverzekeringen met 35% daalde ten opzichte van het hoge niveau van vorig kwartaal en met 6% steeg ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar.

4 De nettoprovisie-inkomsten daalden met 3% ten opzichte van het hoge niveau in het vorige kwartaal, voornamelijk door lagere vergoedingen uit vermogensbeheer als gevolg van een lagere gemiddelde activabasis en wat seizoensinvloeden, in combinatie met lagere vergoedingen voor bankdiensten. De nettoprovisie-inkomsten stegen nog altijd met 7% jaar-op-jaar dankzij hogere vergoedingen voor zowel vermogensbeheer als bankdiensten.

4 Het trading- en reëlewaarderesultaat en de verzekeringsfinancieringsbaten of lasten stegen met 11 miljoen euro ten opzichte van het vorige kwartaal maar daalden met 37 miljoen euro ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar. De overige nettoinkomsten waren hoger dan normaal, voornamelijk door een hoger dan gemiddelde opbrengst uit de verkoop van onroerend goed. De dividendinkomsten stegen ten opzichte van het vorige kwartaal, omdat het grootste deel van de dividendinkomsten traditioneel in het tweede kwartaal wordt ontvangen.

4 De exploitatiekosten exclusief de bank- en verzekeringsheffingen stegen met 2% kwartaal-op-kwartaal en met 5% jaar-op-jaar. De bank- en verzekeringsheffingen waren aanzienlijk lager dan in het vorige kwartaal, omdat het eerste kwartaal van het jaar traditioneel het grootste deel van de bank- en verzekeringsheffingen voor het hele jaar omvat. De kosten-inkomstenratio voor de eerste zes maanden van 2025 bedroeg 45%, tegenover 47% voor heel 2024. Bij die berekening zijn bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing gelaten en zijn de bank- en verzekeringsheffingen gelijkmatig over het jaar gespreid. Als we alle bank- en verzekeringsheffingen buiten beschouwing laten, bedroeg de kosten-inkomstenratio 41% voor de eerste zes maanden van 2025 , tegenover 43% voor heel 2024.

4 De waardeverminderingen op kredieten stegen tot 116 miljoen euro, tegenover 38 miljoen euro in het vorige kwartaal en 72 miljoen euro in hetzelfde kwartaal een jaar geleden. De stijging ten opzichte van het vorige kwartaal was volledig toe te schrijven aan de wijziging in de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden (een stijging van 40 miljoen euro in het verslagkwartaal, tegenover een terugname van 45 miljoen euro in het vorige kwartaal). De kredietkostenratio voor de eerste zes maanden van 2025 bedroeg 0,15%, tegenover 0,10% voor heel 2024. De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten bedroegen 8 miljoen euro, tegenover nagenoeg nul in het vorige kwartaal en 13 miljoen euro in het tweede kwartaal van 2024.

4 Onze liquiditeitspositie bleef sterk met een LCR van 157% en NSFR van 135%. Onze 14,6%*.

kapitaalbasis bleef stevig, met een unfloored fully loaded common equity ratio van

*             y                q   y                              C                  ‘         ’     y                q   y    io, die rekening houdt met de totale impact op risicogewogen activa van Bazel IV zonder de output floor impact.

Overzicht van resultaten en balans  

Geconsolideerde winst-en-verliesrekening, IFRS,

                     KBC Groep (vereenvoudigd; in miljoenen euro)                2KW2025            1KW2025        4KW2024         3KW2024        2KW2024           1H2025                                                   1H2024

Nettorente-inkomsten

1 509

1 421

1 433

1 394

1 379

2 930

2 748

Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering

788

773

764

740

726

1 561

1 441

Niet-leven

667

648

640

631

613

1 316

1 211

Leven

Dividendinkomsten

121

125

124

13

109

11

114

26

246

230

33

33

9

42

Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in

de winst-en-verliesrekening en

Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten

-34

-45

-74

-42

3

-79

-52

Nettoprovisie-inkomsten

667

690

700

641

623

1 357

1 237

Overige netto-inkomsten

77

67

27

45

51

143

109

Totale opbrengsten

3 041

2 915

2 863

2 787

2 809

5 955

5 516

Exploitatiekosten (exclusief rechtstreeks toerekenbaar aan verzekeringscontracten)

-1 020

-1 498

-1 126

-1 058

-950

-2 518

-2 381

     Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen

-1 125

-1 106

-1 201

-1 135

-1 074

- 2 232

-2 137

     Totale bank- en verzekeringsheffingen

-27

-539

-55

-47

-2

-566

-521

     Min: exploitatiekosten toegerekend aan lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten

132

148

131

124

126

280

276

Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering

-608

-622

-635

-688

-590

-1 230

-1 152

          Waarvan betaalde verzekeringsprovisies

-105

-102

-103

-99

-92

-206

-181

     Niet-leven

-541

-543

-561

-615

-514

-1 084

-1 003

     Leven

-67

-79

-74

-72

-76

-146

-149

Nettoresultaat afgestane herverzekering

-15

-9

-4

28

-24

-24

-41

Bijzondere waardeverminderingen

-124

-38

-78

-69

-85

-162

-101

    waarvan: op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via other comprehensive income1

-116

-38

-50

-61

-72

-155

-88

Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint-ventures

1

0

-1

78

2

2

2

Resultaat vóór belastingen

1 275

747

1 020

1 079

1 162

2 022

1 842

Belastingen

-257

-202

96

-211

-237

-458

-412

Resultaat na belastingen

1 018

546

1 115

868

925

1 564

1 431

     toerekenbaar aan minderheidsbelangen      toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij

0

0

0

1 116

0

868

0

925

0

0

1 018

546

1 564

1 431

Gewone winst per aandeel (in euro)

Verwaterde winst  per aandeel (in euro)

2,50

1,32

2,75

2,75

2,14

2,14

2,25

2,25

3,82

3,44

2,50

1,32

3,82

3,44

Kerncijfers geconsolideerde balans, IFRS, 

                     KBC Groep (in miljoenen euro)                                      30-06-2025          31-03-2025      31-12-2024      30-09-2024       30-06-2024                          

Balanstotaal

390 669

380 313

373 048

353 261

361 945                                                

Leningen en voorschotten aan klanten

Effecten (eigen vermogen- en schuldinstrumenten)

D       ’             

202 031

197 326

192 067

80 339

228 747

188 623

75 929

221 851

187 502                                                

    73 941                                             

221 844                                                

85 490

84 419

236 626

231 022

Verplichtingen uit verzekeringscontracten

Schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen Totaal eigen vermogen

17 022

16 912

17 111

15 671

24 311

17 012

15 193

23 300

    16 521                                             

    14 780                                             

    22 936                                             

15 757

15 631

26 229

25 191

image

                     Selectie van ratio’s, KBC Groep (geconsolideerd)               1H2025               FY2024                                                                                            

Rendement op eigen vermogen2

Kosten-inkomstenratio, groep

-   excl. bepaalde niet-operationele posten en bij gelijke spreiding van de bank- en verzekeringsheffingen over het jaar

-   excl. volledige bank- en verzekeringsheffingen

13%

              15%                                                                                                               

              47%                                                                   

43%

45%

41%

Gecombineerde ratio, niet-levensverzekeringen Common equity ratio (CET1), fully loaded (Bazel IV vanaf

2025, Danish Compromise, unfloored3)

85%

              90%                                                                                                               

            15,0%                                                                                                               

14,6%

Kredietkostenratio4

Ratio impaired kredieten 

     waarvan impaired kredieten > 90 dagen achterstallig

0,15%

            0,10%                                                                                                               

2,0%                                                                             1,0%                                                                                          

1,8%

1,0%

Net stable funding ratio (NSFR) Liquidity coverage ratio (LCR)

135%

             139%                                                                                                               

             158%                                                                                                               

157%

1 Ook Waardeverminderingen op kredieten genoemd.

2 15% in 1H2025 (14% in FY2024) als de niet-operationele elementen worden uitgesloten en de bank- en verzekeringsheffingen gelijk worden gespreid over het jaar.

              y                q   y                              C                  ‘         ’     y                q   y  atio, die rekening houdt met de totale impact op risicogewogen activa van Bazel IV zonder de output floor impact.

4 Een negatief cijfer duidt op een terugname van waardeverminderingen (positieve resultaatsimpact).

Analyse van het kwartaal (2KW2025)

Totale opbrengsten: 3 041 miljoen euro

+4% kwartaal-op-kwartaal en +8% jaar-op-jaar

image

De nettorente-inkomsten bedroegen 1 509 miljoen euro, een stijging van 6% tegenover het vorige kwartaal en van 9% jaar-opjaar. 

De stijging ten opzichte van het vorige kwartaal was onder meer te danken aan het positieve effect van een hoger resultaat uit commerciële transformatie, de hogere inkomsten uit kredietverlening (sterke kredietvolumegroei, deels tenietgedaan door het negatieve effect van druk op de kredietmarges in sommige kernmarkten), hogere nettorente-inkomsten uit inflatiegerelateerde obligaties, hogere rente-inkomsten uit dealingroomactiviteiten, een hoger aantal dagen in de verslagperiode en lagere achtergestelde financieringskosten. Deze posten werden deels gecompenseerd door lagere rente-inkomsten uit termijndeposito's van klanten (als gevolg van een verschuiving van termijndeposito's naar spaarrekeningen) en uit kortlopende cashmanagementactiviteiten. 

De jaar-op-jaarstijging was het gevolg van een combinatie van een aanzienlijk hoger resultaat uit commerciële transformatie, hogere inkomsten uit kredietverlening en hogere rente-inkomsten uit dealingroomactiviteiten. Deze posten werden deels gecompenseerd door lagere rente-inkomsten uit termijndeposito's van klanten, lagere nettorente-inkomsten uit inflatiegerelateerde obligaties en lagere rente-inkomsten uit kortlopende cashmanagementactiviteiten.

De nettorentemarge bedroeg in het verslagkwartaal 2,08%, een stijging van 2 basispunten ten opzichte van het vorige kwartaal, maar een daling van 2 basispunten jaar-op-jaar (als gevolg van de hierboven genoemde redenen in combinatie met een toename van de rentedragende activa). Het volume van klantenkredieten bedroeg 202 miljard euro en steeg met 2% kwartaal-op-kwartaal en 7% jaar-op-jaar, met stijgingen in elk kernland. De klantendeposito's bedroegen 237 miljard euro, een stijging van 2% kwartaalop-kwartaal en 6% jaar-op-jaar. Als we de volatiele kortetermijndeposito's met lage marges bij de buitenlandse vestigingen van KBC Bank buiten beschouwing laten (die een gevolg zijn van cashmanagementopportuniteiten op korte termijn), stegen de klantendeposito's met 2% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 7% ten opzichte van een jaar geleden. In de bovenstaande groeicijfers zijn de wisselkoerseffecten buiten beschouwing gelaten. 

Voor een indicatie van de verwachte nettorente-inkomsten in 2025 en de volgende jaren verwijzen we naar het deel 'Onze verwachtingen'.

Het verzekeringstechnisch resultaat (verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering; deze laatste twee posten maken geen deel uit van de totale opbrengsten) bedroeg 166 miljoen euro en bestaat uit 113 miljoen euro voor schadeverzekeringen en 53 miljoen euro voor levensverzekeringen. 

Het resultaat uit schadeverzekeringen steeg met 17% kwartaal-op-kwartaal, voornamelijk door hogere verzekeringsinkomsten en iets lagere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten, deels tenietgedaan door een slechter herverzekeringsresultaat. Het steeg met 49% jaar-op-jaar dankzij veel hogere verzekeringsinkomsten en een beter herverzekeringsresultaat, die slechts gedeeltelijk werden tenietgedaan door hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten. Het resultaat uit levensverzekeringen steeg met 17% ten opzichte van het vorige kwartaal, voornamelijk door lagere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten. Het steeg met 42% jaar-op-jaar dankzij een combinatie van hogere verzekeringsinkomsten en lagere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten. 

De gecombineerde ratio voor schadeverzekeringen kwam uit op een uitstekende 85% voor het eerste halfjaar van 2025, tegenover 90% voor het boekjaar 2024. De verkoop van schadeverzekeringen kwam uit op 671 miljoen, 8% meer dan een jaar geleden, met groei in alle landen en alle belangrijke verzekeringstakken. De verkoop van levensverzekeringsproducten kwam uit op 655 miljoen euro, een daling met 35% ten opzichte van het vorige kwartaal (dat werd gekenmerkt door een zeer hoge verkoop van tak 23verzekeringsproducten als gevolg van de succesvolle lancering van gestructureerde emissies in België in het eerste kwartaal van 2025) en een stijging met 6% ten opzichte van een jaar geleden (waarbij de hogere verkoop van tak 21- en hybride producten de daling in de verkoop van tak 23-producten meer dan compenseerde). In totaal bedroeg het aandeel van tak 21- en tak 23producten in onze verkoop van levensverzekeringen in het afgelopen kwartaal respectievelijk 46% en 43%. De rest bestond uit hybride producten (voornamelijk in België en Tsjechië).

Voor een indicatie van de verwachte verzekeringsinkomsten en de gecombineerde ratio in 2025 en de volgende jaren verwijzen we naar het deel 'Onze verwachtingen'.

De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 667 miljoen euro, dat is een daling van 3% kwartaal-op-kwartaal en een stijging van 7% jaar-op-jaar. De daling ten opzichte van het hoge niveau in het vorige kwartaal was voornamelijk toe te schrijven aan de vergoedingen voor vermogensbeheeractiviteiten (deels door het effect van een lagere gemiddelde activabasis en seizoensgebonden lagere instapvergoedingen, en ondanks een goede netto-instroom in het afgelopen kwartaal) en in mindere mate aan vergoedingen voor bankdiensten (na een sterk eerste kwartaal). De jaar-op-jaarstijging van de nettoprovisie-inkomsten was toe te schrijven aan hogere vergoedingen voor vermogensbeheeractiviteiten (voornamelijk hogere beheerlonen) en bankdiensten (voornamelijk betalingsverkeer en effecten).

Eind juni 2025 bedroeg ons totale beheerde vermogen 280 miljard euro, een stijging van 3% kwartaal-op-kwartaal dankzij de positieve marktprestaties in het kwartaal (+ 2 procentpunten) in combinatie met de positieve invloed van de netto-instroom (+ 1 procentpunt). Het beheerde vermogen steeg met 7% jaar-op-jaar, waarbij de netto-instroom goed was voor 4 procentpunten en de positieve marktprestatie tijdens het jaar voor 3 procentpunten.

Het trading- en reëlewaarderesultaat en de verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten bedroegen -34 miljoen euro, een stijging van 11 miljoen euro kwartaal-op-kwartaal maar een daling van 37 miljoen euro jaar-op-jaar. De stijging ten opzichte van het vorige kwartaal was te danken aan de positieve verandering in de 'marktwaarde van derivaten gebruikt voor balansbeheer en overige', gedeeltelijk gecompenseerd door een lager dealingroomresultaat, terwijl de daling ten opzichte van een jaar geleden vooral te wijten was aan de negatieve verandering in de 'marktwaarde van derivaten gebruikt voor balansbeheer en overige'.

De resterende inkomsten omvatten 33 miljoen euro dividendinkomsten (aanzienlijk hoger dan in het vorige kwartaal, omdat het grootste deel van de dividendinkomsten traditioneel in het tweede kwartaal wordt ontvangen) en 77 miljoen euro overige nettoinkomsten (hoger dan de normal  ‘        ’                    ,                             b                            onroerend goed).

Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen: 1 125 miljoen euro

+2% kwartaal-op-kwartaal en +5% jaar-op-jaar

image

De exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen bedroegen 1 125 miljoen euro in het tweede kwartaal van 2025, een stijging van 2% ten opzichte van het vorige kwartaal en van 5% ten opzichte van een jaar geleden*. De stijging kwartaal-opkwartaal was voornamelijk het gevolg van hogere personeelskosten, hogere ICT-kosten en seizoensgebonden hogere marketinguitgaven. De stijging ten opzichte van vorig jaar werd voornamelijk veroorzaakt door hogere personeelskosten, ICTkosten en afschrijvingskosten.

De bank- en verzekeringsheffingen bedroegen in het verslagkwartaal 27 miljoen euro, heel wat lager dan de 539 miljoen euro in het voorgaande kwartaal, omdat het grootste deel van de bank- en verzekeringsheffingen voor het hele jaar traditioneel in het eerste kwartaal van het jaar wordt geboekt. Jaar-op-jaar stegen de bank- en verzekeringsheffingen met 24 miljoen euro, voornamelijk door een gedeeltelijke terugname van de bijdrage aan het depositogarantiefonds in België in het tweede kwartaal van 2024.

Wanneer bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing worden gelaten en de bank- en verzekeringsheffingen gelijkmatig over het jaar worden gespreid, bedroeg de kosten-inkomstenratio 45% voor de eerste zes maanden van 2025, tegenover 47% voor het boekjaar 2024. Als we alle bank- en verzekeringsheffingen buiten beschouwing laten, bedroeg de kosteninkomstenratio 41%, tegenover 43% voor heel 2024.

Voor een indicatie van de verwachte exploitatiekosten in 2025 en de volgende jaren verwijzen we naar het deel 'Onze verwachtingen'. 

* De exploitatiekosten exclusief bank- en verzekeringsheffingen waren laag in de eerste helft van 2024. Daarom voelen we ons comfortabel bij onze verwachting voor 2025 van een stijging van de exploitatiekosten exclusief bank- en verzekeringsheffingen van minder dan 2,5% jaar-op-jaar.

Waardeverminderingen op kredieten: 116 miljoen euro nettotoename

vs. 38 miljoen euro nettotoename in het vorige kwartaal en 72 miljoen euro nettotoename in 2KW2024

image

In het verslagkwartaal boekten we een nettotoename van waardeverminderingen op kredieten van 116 miljoen euro, tegenover een nettotoename van 38 miljoen euro in het vorige kwartaal en van 72 miljoen euro in hetzelfde kwartaal van vorig jaar. Van de nettowaardevermindering in het verslagkwartaal had 76 miljoen euro betrekking op de kredietportefeuille (tegenover 83 miljoen euro in het vorige kwartaal, waarvan 41 miljoen euro verband hield met het verlagen van het backstoptekort voor oude nonperforming kredieten in België) en 40 miljoen euro op een actualisering van de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden als gevolg van een management overlay (tegenover een terugname van 45 miljoen euro in het vorige kwartaal). Bijgevolg bedroeg de uitstaande reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden 112 miljoen euro eind juni 2025.

De kredietkostenratio bedroeg 0,15% voor de eerste zes maanden van 2025 (eveneens 0,15% zonder de wijzigingen in de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden), tegenover 0,10% voor heel 2024 (0,16% zonder de wijzigingen in de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden). Eind juni 2025 stond 1,8% van onze totale kredietportefeuille te boek als impaired (categorie 3), tegenover 2,0% eind 2024. De impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn, bedroegen 1,0% van de kredietportefeuille, evenveel als eind 2024.

Voor een indicatie van de verwachte kredietkostenratio in 2025 en de volgende jaren verwijzen we naar het deel 'Onze verwachtingen'.

De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten bedroegen 8 miljoen euro in het verslagkwartaal, tegenover nagenoeg nul in het vorige kwartaal en 13 miljoen euro in hetzelfde kwartaal van vorig jaar. Het cijfer voor het verslagkwartaal omvat voornamelijk waardeverminderingen in verband met modificationverliezen door de verlenging van het renteplafond op hypotheekleningen in Hongarije en waardeverminderingen op software.

Nettoresultaat per divisie

België 607 miljoen euro; Tsjechië 240 miljoen euro; Internationale Markten 237 miljoen euro; Groepscenter -65 miljoen euro

image

 

België: op het eerste gezicht was het nettoresultaat (607 miljoen euro) meer dan het dubbele van het resultaat van het vorige kwartaal. Als we echter de bank- en verzekeringsheffingen buiten beschouwing laten (waarvan het grootste deel voor het hele jaar in het eerste kwartaal wordt geboekt en dus de vergelijking met het vorige kwartaal vertekent), steeg het nettoresultaat licht met 1% kwartaal-op-kwartaal, door het gecombineerde effect van:

•       hogere totale opbrengsten (voornamelijk door hogere nettorente-inkomsten, overige netto-inkomsten en de seizoenspiek in dividendinkomsten, gedeeltelijk tenietgedaan door een lager trading- en reëlewaarderesultaat en lagere nettoprovisieinkomsten);

•       een min of meer stabiel kostenniveau;

•       lagere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering;

•       hogere waardeverminderingen.

Tsjechië: op het eerste gezicht lag het nettoresultaat (240 miljoen euro) 16% hoger dan het resultaat van het vorige kwartaal. Maar als we de bank- en verzekeringsheffingen buiten beschouwing laten, steeg het nettoresultaat met 4% kwartaal-op-kwartaal, door het gecombineerde effect van:

•       hogere totale opbrengsten (voornamelijk door hogere nettorente-inkomsten en verzekeringsinkomsten en een hoger trading- en reëlewaarderesultaat, gedeeltelijk tenietgedaan door lagere nettoprovisie-inkomsten);

•       een iets hoger kostenniveau; 

•       hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering;

•       iets lagere waardeverminderingen.

 

Internationale Markten: het nettoresultaat van 237 miljoen euro is als volgt verdeeld: 25 miljoen euro in Slowakije, 122 miljoen euro in Hongarije en 90 miljoen euro in Bulgarije. Voor de hele divisie lag het nettoresultaat op het eerste gezicht 75% hoger dan dat van het vorige kwartaal. Maar als we de bank- en verzekeringsheffingen buiten beschouwing laten, daalde het nettoresultaat licht met 3% kwartaal-op-kwartaal, door het gecombineerde effect van: •           hogere totale opbrengsten (een stijging in alle inkomstenposten);

•       hogere kosten;

•       lagere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering;

•       hogere waardeverminderingen. 

Groepscenter: het nettoresultaat (- 65 miljoen euro) was 12 miljoen euro hoger dan in het vorige kwartaal, deels dankzij een hoger trading- en reëlewaarderesultaat, gedeeltelijk tenietgedaan door hogere kosten.

 

            ‘                      ’          w                          volledige resultatentabel. Een korte analyse van de resultaten per divisie vindt u in onze analistenpresentatie op www.kbc.com.

                                                                                                                                België                               Tsjechië                   Internationale Markten

                     Selectie van ratio’s per divisie                                                      1H2025          FY2024          1H2025          FY2024          1H2025          FY2024

  Kosten-inkomstenratio

-   excl. niet-operationele elementen en bij gelijke spreiding van de bank- en verzekeringsheffingen over het jaar  

-   excl. volledige bank- en verzekeringsheffingen

  Gecombineerde ratio, niet-levensverzekeringen

43%

39%

44%

41%

88%

42%

41%

45%

43%

45%

37%

46%

38%

86%

83%

86%

89%2

96%2

  Kredietkostenratio1

0,14%

0,19%

0,12%

-0,09%

0,19%

-0,08%

  Ratio van impaired kredieten

1,9%

2,0%

1,3%

1,3%

1,5%

1,6%

1 Een negatief cijfer          

2 Exclusief de windfall verzekeringsheffingen in Hongarije bedroeg de gecombineerde ratio 93% in FY2024 en 85% in                            w                                                       Z   ‘D          1H2025.                ’         w               

Solvabiliteit en liquiditeit

Common equity ratio 14,6%, NSFR 135%, LCR 157%

image

Eind juni 2025 bedroeg ons totale eigen vermogen 26,2 miljard euro, waarvan 23,3 miljard euro eigen vermogen van de aandeelhouders en 2,9 miljard euro additional tier 1-instrumenten. Het totale eigen vermogen steeg met 1,9 miljard euro ten opzichte van eind 2024. Dat kwam door het gecombineerde effect van:

•       de opname van de winst over de eerste zes maanden van 2025 (+ 1,6 miljard euro);

•       de betaling van het slotdividend voor 2024 in mei 2025 (- 1,2 miljard euro);

•       hogere herwaarderingsreserves (+ 0,6 miljard euro);

•       hogere additional tier-1 instrumenten (+ 1,0 miljard euro, door een nieuwe emissie in mei 2025);

•       een aantal kleinere posten. 

We hebben deze wijzigingen toegelicht in het deel Consolidated financial statements van het kwartaalverslag, onder Consolidated statement of changes in equity.

In de eerste zes maanden van 2025 stegen de risicogewogen activa met 6,3 miljard euro tot 126,2 miljard euro, voornamelijk door de toepassing van Bazel IV en volumegroei.

Onze solvabiliteitspositie bleef sterk, zoals blijkt uit een unfloored fully loaded common equity ratio (CET1) van 14,6% volgens 

Bazel IV op 30 juni 2025, tegenover 15,0% volgens Bazel III eind december 2024 (wat overeenkomt met 14,6% volgens Bazel IV). De solvabiliteitsratio van KBC Verzekeringen volgens het Solvency II-kader bedroeg 213% eind juni 2025, tegenover 200% eind 2024. Voor meer details over de solvabiliteit, zie Solvency in het deel 'Additional information' van het kwartaalverslag. We schatten dat de overname van 365.bank in Slowakije, die in het vorige kwartaal werd aangekondigd, een effect van - 50 basispunten zal hebben op onze unfloored fully loaded common equity ratio bij afronding (naar verwachting vóór eind 2025).  

Het dividendbeleid en kapitaalaanwendingsbeleid worden uitgelegd in het deel 'Onze verwachtingen' van dit verslag. In overeenstemming met dat beleid zullen we in november 2025 een interim-dividend van 1 euro per aandeel uitkeren als voorschot op het totale dividend over het boekjaar 2025.

Ook onze liquiditeitspositie bleef uitstekend, wat zich uit in een LCR-ratio van 157% en een NSFR-ratio van 135%, tegenover respectievelijk 158% en 139% eind 2024. Die cijfers liggen allemaal ruim boven het wettelijke minimum van 100%.

Analyse van de year-to-date periode (1H2025)

Nettoresultaat 1H2025: 1 564 miljoen euro

+9% jaar-op-jaar

image

 

Samenvatting (vergeleken met de eerste zes maanden van 2024, tenzij anders vermeld):

•        Nettorente-inkomsten: gestegen met 7% tot 2 930 miljoen euro. Dit was deels toe te schrijven aan het veel hogere resultaat uit commerciële transformatie en de hogere rente-inkomsten uit kredietverlening, lagere kosten verbonden aan de minimaal vereiste reserves aangehouden bij centrale banken, lagere achtergestelde financieringskosten en hogere rente-inkomsten uit dealingroomactiviteiten, deels tenietgedaan door lagere rente-inkomsten met betrekking tot ALM, kortlopende cashmanagementactiviteiten en termijndeposito's van klanten. De wisselkoerseffecten buiten beschouwing gelaten, steeg het                                       %,    w                      ’      -op-jaar met 6% stegen (+ 7% als we de buitenlandse kantoren van KBC Bank buiten beschouwing laten). De nettorentemarge voor de eerste zes maanden van 2025 bedroeg 2,06%, een daling met 3 basispunten jaar-op-jaar. 

•        Het verzekeringstechnisch resultaat (verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering) steeg met 24% tot 307 miljoen euro. De gecombineerde ratio voor schadeverzekeringen voor de eerste zes maanden van 2025 kwam uit op 85%, tegenover 90% voor het boekjaar 2024. De verkoop van schadeverzekeringen steeg met 8% tot 1 462 miljoen euro, met stijgingen in alle belangrijke takken, terwijl de verkoop van levensverzekeringen met 20% steeg tot 1 668 miljoen euro dankzij een hogere verkoop van tak 23-, tak 21- en hybride producten. 

•        De nettoprovisie-inkomsten stegen met 10% tot 1 357 miljoen euro. Dit was toe te schrijven aan hogere vergoedingen voor vermogensbeheerdiensten en voor bankdiensten (voornamelijk betalingsdiensten, netwerkinkomsten en effectendiensten). Eind juni 2025 was het totale beheerde vermogen met 7% gestegen tot 280 miljard euro door een combinatie van nettoinstroom (+ 4 procentpunten) en het effect van een positieve jaar-op-jaar marktprestatie (+ 3 procentpunten). 

•        Het trading- en reëlewaarderesultaat en de verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten daalden met 27 miljoen euro tot - 79 miljoen euro. Dit was deels te wijten aan lagere dealingroominkomsten. 

•        Alle overige inkomsten samen stegen met 31% tot 186 miljoen euro, voornamelijk dankzij hogere overige netto-inkomsten. 

•        De exploitatiekosten exclusief bank- en verzekeringsheffingen stegen met 4% tot 2 232 miljoen euro. Deze stijging ten opzichte van het relatief lage niveau in de referentieperiode was toe te schrijven aan hogere personeelskosten, hogere ICTkosten en hogere afschrijvingskosten. De bank- en verzekeringsheffingen bedroegen 566 miljoen euro, 9% meer dan vorig jaar. Wanneer bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing worden gelaten en de bank- en verzekeringsheffingen gelijkmatig over het jaar worden gespreid, bedroeg de kosten-inkomstenratio 45% voor de eerste zes maanden van 2025 (47% voor boekjaar 2024). Wanneer de bank- en verzekeringsheffingen volledig buiten beschouwing worden gelaten, bedroeg de kosten-inkomstenratio voor de verslagperiode 41% (43% voor boekjaar 2024). 

•        Waardeverminderingen op kredieten: een nettowaardevermindering van 155 miljoen euro, tegenover een nettowaardevermindering van 88 miljoen euro in de referentieperiode. De eerste zes maanden van 2025 omvatten een nettowaardevermindering van 159 miljoen euro voor de kredietportefeuille en een kleine nettoterugname van 5 miljoen euro in de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden (tegenover respectievelijk een nettowaardevermindering van 101 miljoen euro en een nettoterugname van 13 miljoen euro in de referentieperiode). Daardoor bedroeg de kredietkostenratio 0,15%, tegenover 0,10% voor heel 2024. De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten bedroegen 8 miljoen euro, tegenover 13 miljoen euro in de referentieperiode. 

•        Het nettoresultaat van 1 564 miljoen euro voor de eerste zes maanden van 2025 kan als volgt worden uitgesplitst: 888 miljoen euro voor divisie België (een stijging van 126 miljoen euro ten opzichte van een jaar eerder), 447 miljoen euro voor divisie Tsjechië (een stijging van 6 miljoen euro), 372 miljoen euro voor divisie Internationale Markten (een stijging van 1 miljoen euro) en - 143 miljoen euro voor Groepscenter (een daling van 1 miljoen euro).

ESG-ontwikkelingen, risicoverklaring en economische visie  

ESG-ontwikkelingen

image

KBC blijft vooruitgang boeken op het vlak van duurzaamheid, samen met zijn klanten, werknemers en andere stakeholders. We delen duurzaamheidsinformatie op een transparante en consistente manier. Sinds dit jaar doen we dat in een aparte Duurzaamheidsverklaring in ons jaarverslag en in ons vrijwillige Duurzaamheidsverslag. Beide publicaties zijn beschikbaar op www.kbc.com.

We krijgen brede erkenning voor onze transparante communicatie over duurzaamheid in de vorm van verschillende duurzaamheidsgerelateerde awards en ESG-ratings. Zo zijn we opgenomen in het S&P Global Yearbook en blijven we deel uitmaken van de FTSE4Good Index Series. Bovendien ontvingen K&H in Hongarije, UBB in Bulgarije en KBC Bank in België onlangs allemaal de Euromoney Award voor Best Bank for ESG in hun respectieve landen. 

Deze erkenningen weerspiegelen de voortdurende inzet van de groep om principes op het vlak van milieu, maatschappij en deugdelijk bestuur te integreren in zijn activiteiten en strategie. Ze benadrukken ook onze sterke prestaties op het gebied van duurzaamheid en bevestigen onze leiderspositie in verantwoord ondernemen.

Risicoverklaring

image

 

Omdat we hoofdzakelijk actief zijn als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder, zijn we blootgesteld aan een aantal typische

      ’                              ,       – maar zeker niet uitsluitend – kredietrisico, kredietrisico van tegenpartijen, concentratierisico, interestrisico, muntrisico, marktrisico, liquiditeits- en financieringsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, wijzigingen in de regelgeving, operationeel risico, betwistingen van klanten, concurrentie van andere en nieuwe spelers en de economie in het algemeen. Hoewel KBC al die risico's nauwlettend opvolgt en beheert binnen een strikt risicokader, kunnen ze toch een negatieve invloed hebben op de waarde van activa of bijkomende kosten genereren boven de verwachte niveaus.

Momenteel wordt een aantal factoren als de belangrijkste uitdagingen beschouwd voor de financiële sector. Die factoren komen vooral voort uit geopolitieke risico's die de afgelopen jaren aanzienlijk zijn toegenomen (waaronder de oorlog in Oekraïne, conflicten in het Midden-Oosten en handelsoorlogen als gevolg van het Amerikaanse tariefbeleid). Deze risico's resulteren of kunnen resulteren in schokken voor het wereldwijde economische systeem (bv. bbp en inflatie) en de financiële markten (inclusief rentetarieven). Ook de Europese economieën, waaronder de thuismarkten van KBC, worden beïnvloed en dat creëert een onzeker bedrijfsklimaat, ook voor financiële instellingen. De onzekerheid over de regelgeving en compliancerisico's (met betrekking tot de kapitaalvereisten, de antiwitwasregelgeving, GDPR en ESG/duurzaamheid) blijven eveneens een overheersend thema in de sector, evenals een betere bescherming van de consument. Digitalisering (met technologie en AI als katalysator) creëert zowel kansen als bedreigingen voor het businessmodel van traditionele financiële instellingen, terwijl klimaat- en milieugerelateerde risico's hand over hand toenemen. Het cyberrisico is de voorbije jaren een belangrijke bedreiging geworden, niet alleen voor de financiële sector, maar voor de economie in haar geheel. De oorlog in Oekraïne en geopolitieke spanningen in het algemeen hebben wereldwijd geleid tot een toename van het aantal cyberaanvallen. Ten slotte zagen we regeringen in heel Europa aanvullende maatregelen nemen om hun begrotingen te ondersteunen (via hogere belastingbijdragen van de financiële sector) en ook hun burgers en bedrijven (door bijvoorbeeld renteplafonds op leningen in te voeren of aan te dringen op hogere rentes op spaarrekeningen).

We verstrekken informatie met betrekking tot het risicobeheer in ons jaarverslag, onze kwartaalverslagen en risk reports, die allemaal beschikbaar zijn op www.kbc.com.

Onze kijk op economische groei

image

De economische activiteit in de VS steeg met 0,7% (niet geannualiseerd) in het tweede kwartaal van 2025, tegenover een negatieve groei van - 0,1% in het eerste kwartaal van 2025. Die opleving was grotendeels te danken aan een veerkrachtige consumentenvraag en netto-export. Als gevolg van het recente economische beleid in de VS – in het bijzonder met betrekking tot importtarieven – zal de groei in de VS naar verwachting opnieuw vertragen en stagneren in het derde kwartaal, alvorens weer licht aan te trekken. 

De groei in de eurozone bedroeg 0,1% in het tweede kwartaal, na 0,6% in het eerste kwartaal van 2025. Ondanks het handelsakkoord tussen de VS en de EU van 27 juli zal de onzekerheid over het economische beleid en de handelsrelaties er wellicht voor zorgen dat de economische groei in de eurozone de komende kwartalen gematigd blijft. Intussen zijn de groeivooruitzichten op middellange termijn wat verbeterd door de verwachte defensie-uitgaven en infrastructuurinvesteringen. 

De kwartaal-op-kwartaalgroei in België bedroeg 0,2% in het tweede kwartaal, aanzienlijk lager dan in het vorige kwartaal. De relatief sterke binnenlandse vraag levert nog altijd de belangrijkste bijdrage aan de economische groei. Voor de volgende kwartalen verwachten we dat de groei min of meer zal overeenstemmen met die van de eurozone. 

De Tsjechische economie groeide in het tweede kwartaal met 0,2%, een daling ten opzichte van de 0,7% in het eerste kwartaal van 2025, als gevolg van een zwak industrieel herstel. De Hongaarse economische activiteit veerde in het tweede kwartaal met 0,4% op na een daling van 0,1% in het eerste kwartaal. In Bulgarije en Slowakije was de groei van het reële bbp in het tweede kwartaal relatief veerkrachtig met respectievelijk 0,5% en 0,3%. 

Het grootste risico voor onze kortetermijnvooruitzichten voor de Europese groei is een verdere escalatie van het huidige wereldwijde handelsconflict. In het bijzonder is er de voortdurende dreiging van nieuwe beleidsmaatregelen van de VS (zelfs na de overeengekomen importheffingen tussen de VS en de EU) en tegenmaatregelen van de EU en de mogelijke verlegging van de handel in Chinese exportgoederen van de Amerikaanse markt naar de EU.

Onze kijk op rentevoeten en wisselkoersen

image

 

In de eurozone kwam de inflatie in juli uit op 2,0%, terwijl de kerninflatie stabiel bleef op 2,3%. De desinflatoire druk als gevolg van lagere energieprijzen, de negatieve vraagschok veroorzaakt door de Amerikaanse handelstarieven en de sterkte van de euro zullen de komende maanden waarschijnlijk aanhouden. In de VS steeg zowel de algemene als de kerninflatie in juni tot respectievelijk 2,7% en 2,9%. De Amerikaanse inflatie zal in de loop van 2025 waarschijnlijk verder stijgen als gevolg van de importtarieven die de regering er heeft opgelegd. 

De ECB zette haar versoepelingscyclus voort en verlaagde haar depositorente in januari, maart, april en juni 2025 tot het huidige niveau van 2,0%. We verwachten dat de ECB de rente in september nog één keer zal verlagen, gevolgd door een periode van ongewijzigde beleidsrente. 

De Fed pauzeerde zijn versoepelingscyclus in de eerste helft van het jaar door de economische onzekerheid, vooral over het effect van hogere importtarieven op de inflatie en de groei. Als zijn beoordeling van de impact van het Amerikaanse economische beleid dat toelaat, zal de Fed zijn versoepeling in de tweede helft van 2025 voorzichtig hervatten.

Sinds het begin van het jaar is er een divergentie tussen de rente op tienjaarsobligaties in de VS en Duitsland. Dat is het gevolg van verschillende gebeurtenissen. Ten eerste werd in het Duitse parlement een enorm uitgavenplan goedgekeurd voor defensie en infrastructuurinvesteringen, en ook op EU-niveau werden plannen aangekondigd voor hogere defensie-uitgaven. Dat duwde de rente op Duitse tienjaarsobligaties omhoog en zorgde ervoor dat de spread tussen de Amerikaanse en Duitse tienjaarsrente afnam tot ongeveer 140 basispunten. Daarnaast leidde de aankondiging van zogenaamde wederkerige tarieven door de VS op 2 april, die de vrees voor hogere inflatie en minder en/of een latere versoepeling van het monetaire beleid door de Fed aanwakkerde, tot een scherpe stijging van de Amerikaanse tienjaarsrente. Later begon die stijging ook geleidelijk een meer algemene risicoaversie ten opzichte van Amerikaanse activa te weerspiegelen, die bovendien werd aangewakkerd door de vrees voor de onafhankelijkheid van de centrale bank. De grotere algemene risicoaversie ten opzichte van de VS laat zich voelen in de aanzienlijke depreciatie van de Amerikaanse dollar sinds april. 

De Tsjechische Nationale Bank (CNB) verlaagde haar beleidsrente zowel in februari als in mei 2025 met 25 basispunten tot het huidige niveau van 3,50%. Er wordt slechts één extra renteverlaging verwacht in het laatste kwartaal van 2025, omdat de hoge inflatie in de dienstensector een bron van bezorgdheid blijft voor de CNB. We verwachten dat de Tsjechische kroon tegen het einde van 2025 geleidelijk opnieuw zal appreciëren ten opzichte van de euro. 

De Hongaarse centrale bank heeft haar beleidsrente sinds eind 2024 ongewijzigd gehouden op 6,5%. Nu de CPI rond, maar nog steeds boven het streefcijfer van 3% schommelt, zal de nationale bank van Hongarije ervoor waken haar beleidsrente niet te snel te verlagen. Wij verwachten dit jaar slechts één verlaging met 25 basispunten, gevolgd door twee renteverlagingen in 2026 (met in totaal 75 basispunten), waardoor de basisrente op 5,50% zou uitkomen. De forint is sinds het begin van het jaar geapprecieerd, zij het met enkele hindernissen onderweg, zoals toen op 2 april de wederkerige tarieven werden aangekondigd. We verwachten dat de munt tegen het einde van 2025 licht zal depreciëren ten opzichte van het huidige niveau.

Onze verwachtingen

Verwachtingen voor het boekjaar 2025 (geactualiseerd)

image

 

•       Totale opbrengsten: minstens +7% jaar-op-jaar (tegenover 5,5% vroeger)

•       Nettorente-inkomsten: minstens 5,85 miljard euro (5,7 miljard euro vroeger), ondersteund door een organische groei van het kredietvolume met minstens 6,5% (ongeveer 4% vroeger)

•       Verzekeringsinkomsten (vóór afgestane herverzekering): minstens + 7% jaar-op-jaar (ongewijzigd)

•       Exploitatiekosten (exclusief bank- en verzekeringsheffingen): minder dan + 2,5% jaar-op-jaar (onder de full-year 2024 groei zonder Ierland van +2,7%)(ongewijzigd)

•       Gecombineerde ratio: minder dan 91% (ongewijzigd)

•       Kredietkostenratio: ruim onder de kredietkostenratio over de hele cyclus van 25-30 basispunten (ongewijzigd)

Verwachtingen op middellange en lange termijn (zoals gepubliceerd bij de FY2024 resultaten)

image

•     CAGR totale opbrengsten (2024-2027): minstens + 6%.

•     CAGR nettorente-inkomsten (2024-2027): minstens + 5%

•     CAGR verzekeringsinkomsten (vóór afgestane herverzekering) (2024-2027): minstens + 7%.

•     CAGR exploitatiekosten (exclusief bank- en verzekeringsheffingen) (2024-2027): minder dan + 3%.

•     Gecombineerde ratio: minder dan 91%. 

•     Kredietkostenratio: ruim onder de kredietkostenratio over de hele cyclus van 25-30 basispunten.

Dividend- en kapitaalaanwendingsbeleid (zoals gepubliceerd bij de 1KW2025 resultaten)

image

•     Dividendbeleid o uitkeringsratio (inclusief AT1-coupon) tussen 50% en 65% van de geconsolideerde winst van het boekjaar; o een interim-dividend van 1 euro per aandeel in november van elk boekjaar als voorschot op het totale dividend.

•     Kapitaalaanwendingsbeleid o We streven ernaar bij de beter gekapitaliseerde financiële instellingen in Europa te blijven behoren.

o    Elk jaar zal de Raad van Bestuur bij de bekendmaking van de jaarresultaten naar eigen discretie een beslissing nemen over de aanwending van kapitaal. De focus zal voornamelijk liggen op verdere organische groei en fusies en overnames. o We beschouwen een unfloored fully loaded common equity ratio van 13% als het minimum.

o    We zullen de AT1- en tier 2-buckets binnen de P2R opvullen en SRT's (Significant Risk Transfers) gaan gebruiken als onderdeel van een programma om de risicogewogen activa te optimaliseren.

Agenda en referenties

image

Agenda

Interim-dividend van 1 euro:  ex-coupon: 5 nov.2025, record: 6 nov.2025, payment: 7 nov.2025 Resultaten 3KW2025: 13 november 2025

Resultaten 4KW2025 / FY2025: 12 februari 2026

Overige: www.kbc.com / Investor Relations / Financial calendar

Meer informatie over het kwartaal

Kwartaalverslag: www.kbc.com / Investor Relations / Rapporten

Bedrijfspresentatie: www.kbc.com/ Investor Relations / Presentaties

 

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:

Investor Relations, KBC-groep

E-mail: IR4U@kbc.be

Katleen Dewaele, directeur Corporate communicatie/woordvoerster KBC-groep

Tel +32 475 78 08 66- E-Mail: pressofficekbc@kbc.be

* Dit nieuwsbericht bevat informatie waarop de Europese transparantieregelgeving voor beursgenoteerde bedrijven van toepassing is.

KBC Groep NV

Havenlaan 2 – 1080 Brussel

Katleen Dewaele

Directeur Corporate communicatie/

Woordvoerster

Tel.    +32 475 78 08 66

 

Persdienst

Tel. 02 429 29 15 Ilse De Muyer

Tel. 02 429 32 88 Pieter Kussé

Tel. 02 429 85 44 Sofie Spiessens Tel. 02 429 29 49 Tomas Meyers pressofficekbc@kbc.be

  

KBC-persberichten zijn beschikbaar op www.kbc.com  

Volg ons op  https://x.com/kbc_group

Voir toutes les actualités de KBC